Je moet durven springen, maar dan met het juiste vangnet.

Beweging is de enige constante in het leven van Fien Callens, volleybalcoach bij VC Oudegem en trainster aan de topsportschool in Vilvoorde. Ze loodst haar speelsters door het avontuur dat volleybal heet en zoekt met hen naar de gulden snede tussen comfort en uitdagingen. ‘Elke bal biedt een verrassing. Toch beweeg je binnen een vaste structuur. Daarom is het belangrijk het spel door en door te kennen, je comfortabel te voelen binnen het team en op het veld. Je moet durven springen, maar dat kan alleen met het juiste vangnet.’

Volleybal zit in Fiens bloed. Ze zag haar moeder op zevenjarige leeftijd op het veld staan en besloot ook een balletje te slaan. Daar is ze nooit meer mee gestopt. Ze werkte met het nationale team de Young Yellow Tigers, coacht jong talent aan de topsportschool in het Euro Volley Center Vilvoorde en zit middenin haar vierde jaar met VC Oudegem. Elke dag strijdt ze voor de overwinning, maar ze gelooft dat je pas echt verliest als je niks leert. ‘Zo zijn ook de Volvo’s van vandaag ontstaan. Met vallen en opstaan kwamen we erachter dat innovaties nodig zijn voor het voortbestaan van de mensheid. Daaraan wil ik als coach, moeder en mens een voorbeeld nemen.’

Met vallen en opstaan

Dat Fien vandaag zover gekomen is, heeft ze niet louter te danken aan geluk. Op haar 21e overleefde ze een verkeersongeval. ‘Ik moest alles van nul af aan leren. Ik was voor de helft verlamd – kon niet meer stappen, niet meer spreken. Ze zeiden dat ik er rekening mee moest houden nooit meer te kunnen volleyballen op het hoogste niveau in België. Toch bleef ik elke dag bezig met de revalidatie en het volleybal. De mogelijkheden die de sport nog in pacht had voor mij, gaven me iets om naar toe te werken – al leek het lang buiten bereik te liggen. Ik moest maanden revalideren. Elke dag kwam ik met veel moeite een stapje vooruit. Doordat ik iets had om voor te strijden, ben ik blijven doorzetten.’

Zo leerde Fien wat doorzettingsvermogen kan doen. ‘Doorzettingsvermogen is iets anders dan motivatie. Het gaat om durven. Dat probeer ik ook mee te geven aan mijn speelsters, ik wil een cultuur ontwikkelen waarin ze grenzen durven te verleggen en buiten hun comfortzone durven treden – zodat ze zich nooit moeten afvragen; wat als ik het had geprobeerd. Je leeft tenslotte maar één keer. Natuurlijk is het niet gemakkelijk. Daarom is het belangrijk dat je dit kan doen vanuit een veilige basis. Die randvoorwaarden houd ik als coach goed in het oog.’

Kracht vanuit comfort

Veiligheid, comfort en uitstraling dragen bij aan het mentale welzijn van de speelsters. ‘Daarvoor is de samenwerking met Volvo voor mij enorm belangrijk. De speelsters moeten volleybal vaak combineren met werk en studie, dat kan zwaar zijn. Door alles goed te regelen, zoals vervoer en een strak trainingsschema, maken we het gemakkelijker. Als de speelsters ’s avonds na een wedstrijd terug naar hun kot rijden, weet ik zeker dat ze veilig aankomen. Die auto’s stralen kracht en respect uit. Zo’n uitstraling dwingt respect af. Dat is voor ons, als vrouwenteam in een mannenwereld, heel belangrijk.’

Wat zich buiten het veld afspeelt, vindt Fien minstens zo belangrijk als wat op het veld gebeurt. ‘We moeten oog hebben voor de mentale en fysieke gezondheid van de speelsters. Ik wil de speelsters niet enkel op het veld, maar ook als mens begeleiden. Als je je fysiek en mentaal goed voelt, dan kan je de wereld aan. Als je ziek bent, zoals mijn dochtertje nu, dan heb je niet dat gevoel. Toch leer ik ook haar om door te gaan, met vallen en opstaan – en positief te blijven in elke situatie. Als je volledig in je kracht staat, dan is vallen niet zo erg. Dan sta je alleen maar sterker op.’

Fien vindt het belangrijk dat haar speelsters zelfstandig en autonoom kunnen functioneren. ‘Je moet durven zeggen wat je wilt. Dat is niet enkel in volleybal, maar ook in het leven belangrijk. Als vrouw combineer je verschillende jobs. Je bent moeder, vrouw, collega,… Het is een uitdaging om die balans te bewaken in een mannencultuur.’ Daarom neemt Fien deel aan het Women Empowerment Program, waarmee ze strijdt voor meer vrouwen in de topsportwereld. ‘Het is belangrijk dat ook vrouwen hun kwaliteiten maximaal kunnen ontplooien.’

De enige weg is vooruit

Niet enkel binnen het team strijdt Fien voor innovatie en vooruitgang. ‘Het is onze verantwoordelijkheid als vrouwen om te strijden voor verandering, voor vooruitgang.’ Het is Fiens doelstelling om het eerste vrouwelijke team van België te worden met enkel professionele speelsters, net zoals reeds enkele teams in het mannenvolleybal. Maar het zit ook in kleine dingen. ‘Volgend jaar wil ik alleen nog maar met elektrische wagens rijden. Ook op dat vlak inspireert Volvo me, het constante innoveren en aanpassen om de beste wagens op de markt te brengen. Dat vraag ik ook van mijn speelsters. Ook zij moeten zich flexibel opstellen, hun spel continu aanpassen aan veranderingen in de sportwereld.’

Fien gelooft dat er een perfecte balans bestaat tussen stabiliteit en comfort enerzijds, en innovatie en vooruitgang anderzijds. ‘Ook daarin is Volvo een voorbeeld voor mij. We moeten vooruit blijven kijken. Als we er over een paar generaties nog willen zijn, dan moeten we duurzamer rijden. Volvo heeft dat allang gezien. Ook voor ons als team is het zo. Als we willen blijven voortbestaan, dan moeten we onze doelen voor ogen houden – blijven professionaliseren. Het is die verandering, die vooruitgang, die de mensheid al eeuwenlang voortstuwt. Een oneindige behoefte aan verbetering.’

Volleybal is altijd hetzelfde, maar ook altijd anders. ‘Je weet nooit welke situatie, welke bal eraan komt. Het is altijd onverwacht. Het enige wat je zeker weet, is dat je uitgedaagd zal worden, je grenzen moet blijven verleggen. Voor mij blijft het een uitdaging om in die chaos structuur en organisatie te vinden. Zolang de speelsters volledig in hun kracht staan, zullen ze hun weg vinden in het spel en binnen het team. Het enige wat ik kan doen, is ze veilig houden en het zelfvertrouwen geven om met een geheven hoofd de wereld tegemoet te treden.’