Aanbevolen onderhoud van de gecombineerde camera-, sensor- en radareenheden

Camera's, parkeer- en radarsensoren werken alleen naar behoren wanneer u deze ontdoet van vuil, ijs en sneeuw en ze regelmatig reinigt met water en autoshampoo.
  • Bevestig geen voorwerpen, tape of stickers op de hieronder beschreven zones.
  • Maak cameralenzen regelmatig schoon met lauw water en autoshampoo. Wees voorzichtig zodat er geen krassen op de lens komen.
  • Monteer geen verstralers en dergelijke in de grille, omdat dit gevolgen kan hebben voor de prestaties van de voorste radarsensor.
  • Gebruik alleen het originele embleem van Volvo in de grille vóór de voorste radarsensor, zodat dit geen gevolgen heeft voor de werking van de voorste radarsensor.

Positie van de radarsensoren

P6-22w22-XC40BEV-Front radar-Placement
Positie van de voorste radarsensor
P6-C40BEV-22w22-RearRadar-SurfaceToKeepClean
Locatie van de radarsensoren aan de achterzijde

Positie van de sensoren

P6-2037-XC40BEV- Radars and sensors placement
Positie van de parkeersensoren rond de auto

 N.b.

Vuil, sneeuw en ijs op de sensoren kunnen aanleiding geven tot onterechte waarschuwingssignalen, tot systeembeperkingen of ervoor zorgen dat het systeem niet meer werkt.

Positie van de camera

P6-XC40BEV/C40BEV-22w22-Cam-Windshield
Positie van de camera-eenheid

 Belangrijk

Laat het onderhoud aan rijhulpcomponenten over aan een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.