Rijverlichting

De rijverlichting werkt zowel automatisch als met knoppen, zodat je de auto aan kunt passen aan elke situatie en het zicht.

 Belangrijk

Het is altijd de verantwoordelijkheid van de bestuurder om ervoor te zorgen dat er met de auto wordt gereden met een verlichtingsstand die is geschikt is voor de actuele rijomstandigheden en plaatselijke verkeersregels.

Primaire verlichting

Je kunt op het display uit verschillende primaire verlichtingsstanden kiezen. De verlichting reageert dan op een standaardmanier.
Met de automatische verlichtingsmodus 1 detecteert en berekent je auto automatisch welke verlichtingsmodus het meest geschikt is voor de rij- en omgevingsomstandigheden.
Je kunt het passeerlicht handmatig selecteren, zodat je koplichten gedimd blijven.
De parkeerlichten zijn verlichtingspunten rondom de auto die ervoor zorgen dat je auto beter zichtbaar is voor andere weggebruikers.
In de stand Uit worden alle primaire verlichtingsstanden gedeactiveerd2

Aanvullende verlichting

  • Het mistachterlicht waarschuwt verkeer achter je voor jouw auto als er weinig ligt is. Dit kan handmatig op het display worden geactiveerd.
  • Via het display kun je de verlichting van een aangekoppelde aanhangwagen testen.
  1. 1 Auto
  2. 2 Bepaalde buitenlichting blijft branden wanneer je rijdt, afhankelijk van de regelgeving in de verschillende landen.