Je kunt de auto vergrendelen en ontgrendelen door de sleutelkaart op de stijl van het bestuurdersportier te houden.
Met de sleutelkaart kun je de auto starten door deze op de kaartlezer tussen de twee voorstoelen te leggen. Zodra je de pedalen indrukt, kun je de kaart van de kaartlezer verwijderen.
Als de auto stilstaat en er even geen kaart op de kaartlezer ligt, dan moet je de kaart weer op de lezer leggen; de auto kan dan de rijstand weer activeren.
N.b.
De kaartlezer en de draadloze lader bevinden zich allemaal op dezelfde plek. Als er een autosleutel of sleutelkaart op de kaartlezer ligt, moet je die dus eerst weghalen om een telefoon draadloos te kunnen opladen.
Belangrijk
Plaats geen kaarten met NFC1, zoals sleutelkaarten of elektronische betaalkaarten, tussen de draadloze lader en het apparaat wanneer je de laadfunctie gebruikt. Dit kan de apparaten beschadigen.
Waarschuwing
Het gebruik van Bluetooth-,UWB2- en NFC-signalen kan binnen een bepaalde afstand op andere apparaten storen.