Of de lucht in de auto warm of koud aanvoelt, is afhankelijk van de ingestelde temperatuur in de auto, maar ook van een aantal andere factoren. Deze factoren zijn onder meer je eigen lichaamstemperatuur, de luchtstroom en vochtigheid in de auto, en of je in direct zonlicht staat. Wanneer je de temperatuurinstelling aanpast, houdt de auto rekening met een aantal factoren die de gevoelstemperatuur beïnvloeden. De auto blijft dan continu de klimaatfuncties aanpassen om ervoor te zorgen dat het klimaat in de auto aanvoelt als de geselecteerde temperatuur, ongeacht eventueel veranderende omstandigheden. Dat betekent dat de werkelijke temperatuur in de auto anders dan de geselecteerde temperatuur kan zijn, zodat het klimaatcomfort gelijkmatig blijft.
Gevoels- en werkelijke temperatuur
De gevoelstemperatuur wordt niet alleen door de werkelijke temperatuur van de lucht om je heen beïnvloed. Als je het verschil weet tussen de gevoelstemperatuur en de werkelijke temperatuur, dan kun je het klimaatcomfort beter instellen.