Het reservewiel is alleen bedoeld voor tijdelijk gebruik. Het reservewiel moet zo snel mogelijk worden vervangen door een standaardwiel.
Zolang het reservewiel niet in gebruik is, bewaar je het in een hoes op de vloer van de bagageruimte. Deze moet worden bevestigd met een band die aan de bevestigingsogen van de auto is bevestigd.
Waarschuwing
Voordat je met een reservewiel gaat rijden
- Gebruik alleen een reservewiel dat is goedgekeurd voor je auto.
- Rijd nooit met je auto als er meer dan één reservewiel is gemonteerd.
- Gebruik geen sneeuwkettingen als het reservewiel op de vooras is gemonteerd.
- Het reservewiel mag nooit worden gerepareerd.
- Houd je aan de aanbevelingen van de fabrikant van het reservewiel voor de bandenspanning.
Rijden met een reservewiel
- Rijd nooit harder dan 80 km/u (50 mijl/u) wanneer er een reservewiel op je auto is gemonteerd.
- Het gebruik van een reservewiel kan het rijgedrag van je auto beïnvloeden. Het is belangrijk dat je het reservewiel zo snel mogelijk vervangt door een origineel wiel.
Belangrijk
Het reservewiel is kleiner dan de originele wielen van je auto. Dit zal de bodemvrijheid van de auto beïnvloeden. Let op hoge stoepranden en was je auto niet in een automatische wasstraat.
N.b.
Bij gebruik van een reservewiel werkt het bandenspanningscontrolesysteem mogelijk niet correct.
Als het reservewiel beschadigd raakt, kan er een nieuwe worden aangeschaft bij een Volvo-dealer.