Veel rijhulpfuncties vertrouwen op gegevens van componenten die de omgeving van je auto scannen en in kaart brengen, zoals camera's, sensors en radars. Dit hoofdstuk laat je niet alle componenten en hun locaties zien, maar geeft je een globaal idee van waar ze zich bevinden. Zones die in dit hoofdstuk worden genoemd, zijn extra belangrijk om schoon te houden. Schade aan deze zones kan van invloed zijn op functies die afhankelijk zijn van componenten die zich hier bevinden.
Waarschuwing
Regelmatig schoonmaken
De locaties van de camera's, sensoren en radars op de auto moeten regelmatig worden schoongemaakt en labels, voorwerpen, vuil en andere mogelijke belemmeringen moeten worden verwijderd. Anders reageren de functies van de auto mogelijk niet goed, reageren ze minder snel of worden ze gedeactiveerd.
Gemonteerde accessoires
Denk goed na over de effecten van gemonteerde accessoires op je auto, zoals lastdragers of lichtaccessoires aan de buitenzijde. De voorwerpen zelf of de lading die je toevoegt, kunnen camera's, sensoren of radars belemmeren.
Tip
De parkeersensoren vinden
Je ziet de precieze locatie van de ultrasone parkeersensoren van de auto aan de hand van de knoopachtige plaatjes in het bumperpaneel.
Belangrijk
Vóór de radars schoonmaken
Als je vuil, sneeuw of ijs ziet, of als de auto aangeeft dat een van de radars wordt geblokkeerd, doe hier dan zo snel mogelijk wat aan. Maak altijd een groter gebied rond de radars schoont zodat ze goed blijven werken.