Pilot Assist activeren

Je kunt Pilot Assist activeren door de rechterhendel van het stuurwiel omlaag te houden onder het rijden. Het is belangrijk om te evalueren of de huidige rijomstandigheden geschikt zijn om Pilot Assist veilig te gebruiken.

Onder het rijden geeft een grijs symbool voor Pilot Assist in het bestuurdersinformatiegebied aan dat de functie beschikbaar is, maar nog niet geactiveerd.

Symbool dat aangeeft dat Pilot Assist niet actief is

Pilot Assist kan alleen worden geactiveerd als dit in de instellingen is ingesteld.1

 Belangrijk

Voordat je Pilot Assist gebruikt

Neem de tijd om alles over Pilot Assist in deze handleiding te lezen voordat je de functie voor het eerst gebruikt. Zorg dat je begrijpt wat de kenmerken en beperkingen zijn, zodat je de functie veilig gebruikt.

De situatie evalueren

Zorg ervoor dat de verkeerssituatie en omstandigheden juist zijn voor het activeren van de functie. Wacht totdat manoeuvres, zoals het wisselen van rijstrook, zijn afgerond voordat je Pilot Assist activeert.

Pilot Assist onder het rijden activeren

Pilot Assist met de hendel activeren

Wanneer de omstandigheden veilig en geschikt zijn om de functie te gebruiken, duw de rechterhendel aan het stuurwiel dan helemaal omlaag.

Het activeren wordt bevestigd in het bestuurdersinformatiegebied.

Symbool dat aangeeft dat Pilot Assist actief is

Als je de Pilot Assist tijdens het rijden voor het eerst activeert, wordt de snelheid op het moment van activeren de ingestelde snelheid.

 Tip

Hervatten

Als je Pilot Assist onlangs hebt gebruikt, kun je de functie weer activeren met de hervattingsknop op je stuurwiel. In plaats van de huidige rijsnelheid wordt dan de eerder ingestelde snelheid gebruikt.

Symbolen voor Pilot Assist

Wanneer Pilot Assist actief is, wordt het ondersteuningsniveau aangegeven met symbolen en graphics in het bestuurdersinformatiegebied.

  1. 1 Als je Pilot Assist of de snelheidsbegrenzer inschakelt, wordt de andere functie automatisch uitgeschakeld.