Wanneer de functie actief is, kan de snelheidsbegrenzer geleidelijk de reactie van het gaspedaal verminderen en licht remmen wanneer je de ingestelde limiet overschrijdt. Deze twee reacties zorgen ervoor dat je weer met de ingestelde maximumsnelheid gaat rijden. Je kunt de snelheidsbegrenzer altijd omzeilen door het gaspedaal verder in te drukken.
Als je de snelheidsbegrenzer wilt gebruiken, dan moet dit in de instellingen worden ingeschakeld. Je kunt de functie dan onder het rijden met de rechterhendel van het stuurwiel activeren.
Wanneer de snelheidsbegrenzer actief is, wordt dat aangegeven onder de schakelindicator in het bestuurdersinformatiegebied. Je kunt de ingestelde limiet met de knoppen op het stuurwiel aanpassen.
Belangrijk
Verantwoordelijkheid van de bestuurder
De snelheidsbegrenzer is een aanvulling op veilig rijgedrag. Ondanks deze functie moet de bestuurder altijd goed blijven opletten en veilig rijden. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om goed op te blijven letten en een wettelijke, veilige snelheid aan te houden.