De limietfunctie voor de laadstroom is standaard uitgeschakeld. Wanneer de laadstroom niet wordt beperkt, wordt de maximale waarde voor de beschikbare stroomsterkte toegepast. Wanneer de laadstroom voor het eerst wordt beperkt, wordt de laagst mogelijke waarde standaard toegepast. Ampère (A) is de maateenheid voor stroom.
Druk op het autosymbool in de onderste balk en ga naar Settings.
Ga naar .
Schakel de functie in.1
Stel de limiet voor de stroomsterkte in op de gewenste waarde.
De limiet voor de stroomsterkte verandert en de waarde wordt opgeslagen totdat je deze weer verandert. Als je auto bezig is met opladen, worden de werkelijke waarde voor de stroomsterkte en de limiet op het display weergegeven.
N.b.
De limiet voor de stroomsterkte kan per regio verschillen.
Wanneer je de functie uitschakelt, wordt de ingestelde limiet voor stroomsterkte niet opgeslagen. Dat betekent dat je een nieuwe limiet moet instellen als je de functie weer wilt inschakelen.