Beschouw de gecertificeerde waarde voor de actieradius niet als de te verwachten actieradius. De certificeringswaarde moet in de eerste plaats worden gebruikt om verschillende auto's te vergelijken bij speciale testcycli.
N.b.
Actieradius op het bestuurdersdisplay
Wanneer de auto uit de fabriek komt, wordt de actieradius op de gecertificeerde waarde gebaseerd. Wanneer de auto een poosje gereden heeft, wordt de actieradius op historische rijpatronen gebaseerd.
De gebruikte hoeveelheid historiek hangt af van de ladingsgraad van de accu. Hoe lager de ladingsgraad van de accu, hoe sneller de actieradius zich daarom aan een gewijzigd rijpatroon aanpast.
Korte actieradius
Als de ladingsgraad van de accu daalt, wordt ook de berekende actieradius van de auto korter. Naarmate de actieradius korter wordt, verschijnen er een aantal berichten en symbolen op het bestuurdersdisplay.
| Symbool | Bericht/betekenis |
|---|---|
 | Als de actieradius van de auto tot 50 km daalt, wordt het accusymbool bij de accumeter oranje en het bericht Kleine actieradiusWilt u een laadstation zoeken? verschijnt op het bestuurdersdisplay. Als in het navigatiesysteem een bestemming is ingesteld, blijft het bericht uit. |
 | Als de actieradius van de auto tot 20 km daalt, wordt het accusymbool bij de accumeter rood en het bericht Kleine actieradiusWilt u een laadstation zoeken? verschijnt op het bestuurdersdisplay. |
 | Bij een laag accuniveau wordt in het bovenste gedeelte van het bestuurdersdisplay een oranje schildpad weergegeven. |
 | Het bericht Gereduceerd vermogen vanwege lage acculading wordt samen met een oranje accusymbool weergegeven. Als de schildpad niet eerder werd getoond, wordt deze zichtbaar op het bestuurdersdisplay wanneer dit bericht wordt weergegeven. |
 | Het bericht Accu leeg. Laad accu wordt samen met een leeg accusymbool weergegeven. |
Factoren die van invloed zijn op de actieradius
Naast de historische rijgegevens zijn er verschillende factoren die van invloed zijn op de actieradius. De grootste actieradius wordt bereikt onder gunstige omstandigheden als alle factoren een positieve invloed hebben.
Voorbeelden van factoren die van invloed zijn op de actieradius:
- snelheid
- klimaatinstellingen
- topografie
- preconditioning
- banden en bandenspanning
- verkeerssituatie
- temperatuur en weer
- wegomstandigheden.
Actieradius bij lage temperaturen
Bij koude omgevingstemperaturen bestaat het risico dat de accu afkoelt en dat beïnvloedt de actieradius negatief. Als de accu tot een kritiek lage temperatuur daalt, verschijnt dit symbool op het bestuurdersdisplay. Als de auto bij een lage omgevingstemperatuur geparkeerd staat, bestaat de kans dat de actieradius aanzienlijk afneemt. Om een aanzienlijk afgenomen actieradius na parkeren bij een lage omgevingstemperatuur te voorkomen, moet de auto tijdens het parkeren worden geladen.
Actieradius gebaseerd op snelheid en buitentemperatuur
20 °C (68 °F) buitentemperatuur en interieurklimaat uit.
20 °C (68 °F) buitentemperatuur en interieurklimaat aan.
35 °C (95 °F) buitentemperatuur en interieurklimaat aan.
-10 °C (14 °F) buitentemperatuur en interieurklimaat aan.
De afbeelding laat de globale verhouding zien tussen constante snelheid en actieradius.
De afbeelding laat zien dat een lagere snelheid tot een grotere actieradius leidt. Ook de buitentemperatuur is in zoverre van invloed op de actieradius dat een zeer lage of zeer hoge omgevingstemperatuur tot een kleinere actieradius leidt.
Lijn 1 en 2 tonen bij benadering het verschil in actieradius dat door de klimaatfuncties wordt bepaald. Een uitgeschakelde klimaatregeling is gunstiger voor de actieradius.