Je auto is ontwikkeld met het oog op een responsieve en gebruiksvriendelijke besturing. Zorg ervoor dat je je rijhouding aanpast en het stuurwiel naar wens instelt voordat je gaat rijden.
Tip
Besturing en interactie met rijhulpsystemen
Diverse rijhulpfuncties zijn van invloed op het stuurgedrag. Lees de hoofdstukken in de handleiding over deze functies, zodat je precies weet hoe ze je rijervaring kunnen beïnvloeden.
Snelheidsafhankelijke stuurgevoeligheid
De stuurgevoeligheid en -weerstand worden aan de snelheid van de auto aangepast. Bij lage snelheden is de stuurweerstand laag voor nauwkeurig manoeuvreren. Bij hoge snelheden wordt de besturing stugger.
Stuurgevoel
Je kunt het stuurgevoel aanpassen via de instellingen op het middendisplay. Het stuurgevoel bepaalt de stevigheid waarmee het stuurwiel draait.
Storingen die te maken hebben met het stuur
Als je merkt dat je stuur abnormaal stevig aanvoelt of als stuurgerelateerde functies1 niet beschikbaar zijn of niet goed werken, kan dit te maken hebben met een storing in het stuursysteem.
Als je auto een stuurgerelateerde storing opmerkt, krijg je een melding op één of beide displays. Zorg ervoor dat je de instructies in het bericht leest en opvolgt.
Stuurhulp tijdelijk beperkt | Wees voorzichtig. Volg de instructies in het bericht op.2 | |
Stuurfout | Wees voorzichtig. Volg de instructies in het bericht op.2 | |
Stuurfout | Onmiddellijke actie vereist. Volg de instructies in het bericht met spoed op en wees voorzichtig. Maak zo snel mogelijk een serviceafspraak. | |
Stop veilig | Onmiddellijke actie vereist. Breng de auto veilig tot stilstand en roep hulp in. |