Alarmlichten

Zet je alarmlichten aan als er sprake is van een risico voor medeweggebruikers. Daarmee waarschuw je andere weggebruikers dat ze extra goed moeten opletten.

 Belangrijk

Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om de alarmlichten te gebruiken volgens plaatselijke wetgeving en verkeersregels.

De knop voor de alarmlichten bevindt zich in de plafondconsole. Je kunt de lichten ook in de onderste balk van het middendisplay bedienen.

De knop voor de gevarenlichten bevindt zich in de plafondconsole
De knop voor de gevarenlichten bevindt zich in de plafondconsole
De knop voor de gevarenlichten bevindt zich op het middendisplay
De knop voor de gevarenlichten bevindt zich op het middendisplay

De status en contactpunten voor het regelen van de alarmlichten worden met het betreffende symbool aangegeven.

Pictogram voor alarmlichten

Automatische inschakeling

De alarmlichten gaan automatisch aan wanneer de noodremlichten worden geactiveerd doordat je plotseling remt.

Je kunt de alarmlichten met de knop in de plafondconsole uitschakelen of je kunt ze automatisch laten uitschakelen als je weer gaat rijden.

Bij een aanrijding

Bij een aanrijding gaan de alarmlichten automatisch aan.1

Het duurt even voordat je de alarmlichten weer kunt uitschakelen. Zodra je ze weer handmatig kunt uitschakelen en weer normaal kunt gebruiken, begint de alarmlichtknop te knipperen.

  1. 1 Afhankelijk van lokale regelgeving en regionale normen.

Meer in dit onderwerp