De beschikbare instellingen zijn:
Aan | De functie is ingeschakeld. Je kunt afremmen door het gaspedaal los te laten. |
Automatisch | One Pedal Drive is ingeschakeld, maar als je het gaspedaal loslaat, wordt er alleen afgeremd als je vlak achter een voorligger rijdt. |
Uit | De functie is uitgeschakeld. Als je het gaspedaal loslaat, activeer je de remmen niet. |
Tip
Snelle toegang
Bij de sneltoetsen op het middendisplay staat ook een toets waarmee je One Pedal Drive onder het rijden kunt aanpassen. Zo kun je One Pedal Drive snel aanpassen zonder naar de instellingen te gaan.
Automatische kruipfunctie
Als je One Pedal Drive uitschakelt, schakel je de automatische kruipfunctie in. Dat betekent dat de auto langzaam kan rijden zonder dat je het gaspedaal indrukt.
Wanneer de automatische kruipfunctie actief is, kun je de functie tijdelijk onderbreken door hard op het rempedaal te drukken totdat de auto tot stilstand is gebracht. De hold-functie wordt geactiveerd. Als je de kruipfunctie weer wilt gebruiken, druk je weer op het gaspedaal.
Waarschuwing
De remkracht die bij One Pedal Drive wordt uitgeoefend door het gaspedaal los te laten, is beperkt. Als je hard wilt remmen, moet je het rempedaal gebruiken.
Druk op het autosymbool op de onderste balk en ga naar Instellingen.
Ga naar .
Selecteer een stand voor One Pedal Drive.