Tip
Vóór de aanrijding
Vóór een impact kunnen verschillende rijhulpfuncties de aanrijding helpen voorkomen of de gevolgen ervan beperken. Als de auto detecteert dat er een aanrijding kan gebeuren of onvermijdelijk is, dan kan de auto beschermende systemen, zoals het voorspannen van de veiligheidsgordel, activeren voordat de aanrijding gebeurt.
Tijdens de aanrijding
Tijdens een aanrijding blijven sensoren in de hele auto informatie geven over de toestand van de auto en de inzittenden. De auto gebruikt deze informatie om beschermende functies, zoals de airbags en het spannen van de gordels, selectief te timen en te activeren. Botsingen zijn complexe gebeurtenissen die zich in verschillende fasen kunnen afspelen, waarbij de eerste klap niet noodzakelijk de ernstigste is. Een goede timing is essentieel voor de beste kans op een doeltreffende bescherming.
De veiligheidssystemen van de auto werken samen met passieve veiligheidsfuncties. Bij een botsing verdeelt de constructie van je auto de krachten over specifieke structurele onderdelen. Hij maakt ook gebruik van kreukelzones die de energie van de botsing absorberen. De buitenkant van de auto is met behulp van vergelijkbare principes ontwikkeld, gericht op de bescherming van voetgangers.
Na de aanrijding
Na een aanrijding probeert de auto op een gecontroleerde, veilige manier te stoppen. Daarnaast neemt de auto automatisch contact op met de noodhulpdiensten.
N.b.
Veiligheidsmodus
Tijdens een aanrijding kunnen de veiligheidssystemen van de auto de hoogspanningsaccu loskoppelen. Daarmee beschermt de auto de inzittenden en de auto zelf tegen mogelijke schade door de accu. Tegelijkertijd gaat de auto in de veiligheidsmodus. Wanneer de veiligheidsmodus actief is, kun je niet met de auto rijden. Maar afhankelijk van de ernst van de aanrijding kun je de veiligheidsmodus op het middendisplay afsluiten als je de auto vanwege de veiligheid moet verplaatsen. De hoogspanningsaccu wordt dan weer aangesloten en er kan een korte afstand met de auto worden gereden.