Ingrepen en waarschuwingen bij achteruit rijden

Je auto heeft speciale functies die kunnen ingrijpen en kunnen helpen bij het voorkomen van aanrijdingen als je bij lage snelheid achteruit rijdt, bijvoorbeeld als je de auto parkeert.

Detectiemogelijkheden

De auto kan op verschillende manieren voorwerpen identificeren die zich in de baan achter je auto bevinden of die de auto van achteren naderen. Als het systeem een voorwerp detecteert, kan de auto waarschuwingen geven of ingrijpen door te remmen.

Ultrasone parkeersensorenDeze sensoren kunnen bepaalde voorwerpen direct achter de auto detecteren wanneer de auto met lage snelheid achteruit rijdt.
Naar achteren gerichte radarDe achterste radars van de auto kunnen verkeer detecteren dat je auto van achteren vanaf de zijkanten nadert.
CameraBepaalde functies kunnen cameradetectie gebruiken om obstakels te detecteren bij het achteruit rijden.

 Belangrijk

Dit soort detectie heeft zijn beperkingen en kan niet alle obstakels in elke situatie detecteren. Lees de aparte delen in de handleiding over de omstandigheden en beperkingen.

Wanneer je achteruit rijdt, kan bepaalde informatie van de detectiesystemen in de parkeerweergave worden weergegeven.

Functies voor waarschuwingen en ingrepen

De volgende functies reageren wanneer de auto een risico van een aanrijding bij achteruit rijden waarneemt.
Waarschuwingen over verkeer dat achter de auto kruist1Je auto kan visuele waarschuwingen en geluidssignalen geven als de auto verkeer waarneemt dat op het punt staat om achter je auto langs te rijden.
Automatisch remmen bij achteruit rijden2De auto kan automatisch remmen om een aanrijding bij achteruit rijden te voorkomen. Dat kan gebeuren als de auto een obstakel of verkeer dat achter de auto langs rijdt waarneemt.

 Tip

Tijdelijke uitschakeling

De functie voor automatisch remmen achter kan tijdelijk worden uitgeschakeld als het systeem te vaak ingrijpt of de aandacht van de bestuurder afleidt. Als je bijvoorbeeld achteruit rijdt in hoog gras of bij weinig ruimte manoeuvreert, kan het remsysteem onnodig ingrijpen.

 Belangrijk

Op een verantwoordelijke manier gebruiken

Waarschuwingen en ingrepen bij achteruit rijden zijn aanvullingen op veilig rijgedrag, Ondanks deze functies moet de bestuurder altijd goed blijven opletten en veilig rijden.

Goed op de omgeving letten

Het is altijd de verantwoordelijkheid van de bestuurder om goed op de omgeving van de auto te letten en ervoor te zorgen dat het veilig is om de auto te manoeuvreren.

Detectievoorwaarden

Als de auto de achterradars deactiveert, worden de functies Cross Traffic Alert en automatisch remmen achter automatisch uitgeschakeld. Dat gebeurt als er een aanhangwagen is aangekoppeld. Bij accessoires die op de trekhaak zijn gemonteerd, maar die niet elektrisch op de auto zijn aangesloten, worden de radars aan de achterzijde niet uitgeschakeld, maar kunnen ze wel worden geblokkeerd.

Detectie van verkeer of voorwerpen achter de auto vertrouwt op detectie door de achterradars. Lees het aparte deel over de beperkingen van radardetectie.

Voorwaarden voor automatisch remmen

Wanneer en hoe je auto reminterventies uitvoert tijdens het achteruitrijden bij lage snelheid is afhankelijk van of een gedetecteerd obstakel stilstaat of niet.
  • Als het gedetecteerde obstakel beweegt, zoals verkeer dat op het punt staat om je achterwaartse route te kruisen, is automatisch remmen beschikbaar en kan er worden ingegrepen wanneer je achteruitrijdt bij snelheden lager dan 15 km/u (9 mijl/u).
  • Als het gedetecteerde obstakel stilstaat, vinden automatische reminterventies alleen plaats wanneer je achteruitrijdt bij snelheden tussen 2 km/u (1 mijl/u) en 15 km/u (9 mijl/u). Zo worden onnodige reminterventies voorkomen wanneer je met lage snelheid bij weinig ruimte manoeuvreert.
  1. 1 Cross Traffic Alert (CTA)
  2. 2 Rear Auto Brake (RAB)