Wanneer je rijdt met Pilot Assist geactiveerd, kun je een doelsnelheid selecteren. De auto regelt dan het gasgeven en remmen, zodat je dat doel haalt, terwijl de auto zich ondertussen aanpast aan het omliggende verkeer.
Je kunt de ingestelde doelsnelheid aanpassen met de stelknoppen voor de ingestelde snelheid links van het stuurwiel. Wanneer dit mogelijk is, geeft het bestuurdersdisplay aan op welke knoppen je moet drukken.
Je kunt de ingestelde doelsnelheid op verschillende manieren aanpassen, afhankelijk van of de auto is ingesteld op km/u of mijl/u.
| Eén keer drukken | Als je één keer op de knop drukt, wordt de doelsnelheid met 5 km/u of 1 mijl/u aangepast. |
| Ingedrukt houden | Je kunt de ingestelde doelsnelheid in stappen van 1 km/u of 5 mijl/u aanpassen door de knop ingedrukt te houden. |
Als je de snelheid met 5 eenheden per keer aanpast, verandert de doelsnelheid standaard in stappen die door vijf kunnen worden gedeeld, dus 25, 30 en 35.
Pas de doelsnelheid aan met de knoppen op het stuurwiel.
De nieuwe doelsnelheid wordt groen boven de snelheidsmeter weergegeven.
