De passagiersairbag in- en uitschakelen

Als je een naar achteren gericht kinderzitje op de passagiersstoel voorin wilt gebruiken, moet je eerst de airbags van de stoel met de passagiersairbagschakelaar uitschakelen. Wanneer de airbags uitgeschakeld zijn, worden ze niet opgeblazen bij een aanrijding.

Plaats en standen van schakelaar

Plaats van passagiersairbagschakelaar
Locatie van de schakelaar voor de passagiersairbag

De airbagschakelaar zit aan de zijkant van het dashboard en wordt toegankelijk wanneer het passagiersportier geopend is.

De schakelaar heeft twee standen. Die zijn aangegeven met symbolen en tekst, waaraan je kunt zien of de passagiersairbags zijn ingeschakeld of uitgeschakeld.

Airbagschakelaar in stand ON
Airbags ingeschakeld Gebruik deze stand altijd wanneer een naar voren gerichte passagier, kind of volwassene, op de stoel zit.

In de stand ON zijn de airbags ingeschakeld en kunnen ze door de auto worden geactiveerd.

OFF
Airbags uitgeschakeld. Gebruik deze stand altijd wanneer een naar achteren gericht kinderzitje op de voorpassagiersstoel is geplaatst.

In de stand OFF zijn de airbags ingeschakeld en kunnen ze niet door de auto worden geactiveerd.

 Belangrijk

Lees alle informatie over frontale airbags, zijairbags en kinderzitjes voordat je de status van de passagiersairbag verandert.

De stand van de airbagschakelaar veranderen

Trek de schakelaar uit en zet hem in de stand ON of OFF.

Het bestuurdersdisplay bevestigt de verandering van status.

Als de stand ON is, verschijnt de melding Passenger airbag on. De airbags zijn ingeschakeld.

Als de stand OFF is, verschijnt de melding Passenger airbag off. De airbags zijn uitgeschakeld.

 N.b.

De plafondconsole toont altijd de huidige status van de passagiersairbag. Maak er een gewoonte van dit regelmatig te controleren voordat je gaat rijden, vooral als een naar achteren gericht kinderzitje onlangs is geplaatst of verwijderd.