Voor sommige activiteiten is een specifieke autoconfiguratie of volgorde van handelingen vereist. Zodra je een automodus selecteert, worden de nodige wijzigingen aangebracht of loodst de auto je door het proces.
De volgende automodi zijn beschikbaar:
Sleepstand | In de sleepstand kun je je auto laten slepen over een korte afstand1 en bij lage snelheid. Daarmee kun je je auto op een bergingsvoertuig trekken of naar de kant van de weg verplaatsen om het verkeershinder en ongevallen te voorkomen. |
Krikstand | Je auto heeft luchtvering die je auto automatisch rechtzet als je op een ongelijkmatige ondergrond rijdt. Moet je auto van de grond af, bijvoorbeeld omdat je een band moet vervangen, dan moet je de krikmodus inschakelen om het automatisch rechtzetten uit te schakelen. |