Schakelstand kiezen

Gebruik de rechterstuurhendel om een schakelstand te kiezen. Op het bestuurdersdisplay zie je welke schakelstand op dit moment actief is.
De schakelpook en de mogelijke beweegrichtingen
RReverse
NNeutral
DDrive

Behalve een schakelstand kiezen, kun je met de rechterhendel ook de parkeerrem en bepaalde rijhulpfuncties bedienen.

Schakelen kan alleen als de auto stil staat of als je stapvoets rijdt. Je kunt niet schakelen als de auto wordt opgeladen.

Druk het rempedaal in1.
Beweeg de hendel omhoog of omlaag om de gewenste schakelstand te kiezen.
Je keuze zie je op het bestuurdersdisplay.

 N.b.

Wanneer je de schakelhendel omhoog of omlaag zet, voel je dat de schakelhendel twee standen in beide richtingen heeft. Kies R door de schakelhendel helemaal omhoog te zetten. Zet de hendel helemaal omlaag om D te kiezen.

Je kunt de neutrale stand (N) kiezen door de schakelhendel enkele seconden omhoog of omlaag in de eerste stand te houden. Tussen twee schakelstanden in keert de pook altijd terug naar de middelste positie.

  1. 1 alleen noodzakelijk als de auto stilstaat