Temperatuur synchroniseren
Standaard wordt de voor de bestuurder ingestelde temperatuur ook voor alle andere klimaatzones gebruikt. Maar een klimaatzone kan ook een eigen instelling hebben. Je kunt schakelen tussen de twee opties door de temperatuur te desynchroniseren en te synchroniseren.
Druk op de instelling voor de temperatuur voor de bestuurder op de onderste balk.
Druk op het synchronisatiesymbool om de temperatuur te desynchroniseren.
De klimaatzones worden gedesynchroniseerd en het desynchronisatiesymbool wordt weergegeven.
Druk op het desynchronisatiesymbool om de temperatuur weer te synchroniseren.
Tip
De temperatuurinstelling wordt ook gedesynchroniseerd wanneer de passagier aan diens kant een andere temperatuur instelt.