DC-laadstations hebben vaste laadkabels, zodat je je eigen kabels niet hoeft te gebruiken.
Waarschuwing
- Openbare laadstations worden continu gebruikt en worden meer blootgesteld aan slijtage dan een privélaadstation. Controleer de stekker van de laadkabel altijd op slijtage en vuil.
- Raak de stekker van de laadkabel niet aan en gebruik geen gereedschap om vuil van de laadkabel te verwijderen. Hierdoor kun je een elektrische schok krijgen.
- Gebruik nooit een laadkabel die tekenen van beschadiging of slijtage vertoont. Hierdoor kun je een elektrische schok krijgen. Probeer een andere kabel of laadpunt bij het laadstation.
- Zorg ervoor dat de stekker van de laadkabel helemaal in de laadaansluiting is gestoken. Een versleten stekker kan voorkomen dat de kabel veilig aan je auto wordt aangesloten.
Voorafgaand aan het laden moet je controleren of:
- je auto geparkeerd staat.
- er instructies op het laadstation worden vermeld voordat je begint.
Open de klep van de laadaansluiting door die aan de achterkant lichtjes in te drukken.
Verwijder eventuele kappen van de poort en de kabelstekker.
Gebruik beide handen om de kabelstekker helemaal in de laadaansluiting te duwen. Maak er een gewoonte van om de laadkabel na het insteken van de stekker een paar seconden naar boven te duwen voor een goede aansluiting en vergrendeling.
De laadkabel wordt na enkele seconden automatisch vergrendeld.
Nadat je hebt bevestigd dat de kabel is vergrendeld, volg je de instructies op het laadstation om toestemming te krijgen voor het opladen.
Het opladen begint nadat het laadstation een isolatietest heeft uitgevoerd. Dit kan een minuut duren.
Je kunt de laadstatus zien in de laadaansluiting en op het bestuurdersdisplay.