Waarschuwings- en indicatiesymbolen
De symbolen op het bestuurdersdisplay geven de status van verschillende systemen in de auto aan. Sommige symbolen geven aan of een systeem actief is en goed werkt, en andere symbolen waarschuwen voor belangrijke informatie of waargenomen storingen.
Types en kleuren van symbolen
Sommige symbolen zijn waarschuwingen waarmee je meteen wat moet doen, terwijl andere symbolen de huidige status van bepaalde functies aangeven. De kleur van het symbool geeft grofweg aan hoe belangrijk het symbool is. Rode symbolen zijn het meest kritisch, terwijl oranje symbolen voor minder dringende waarschuwingen worden gebruikt. Symbolen in andere kleuren geven meestal statusinformatie over de functies van de auto aan.
Tip
Zoek de betekenis op van symbolen die je niet kent. Veel symbolen worden weergegeven met een melding met meer informatie.
Waarschuwing remsysteem | Er is een storing in het remsysteem waargenomen. Neem onmiddellijk contact op met een erkende Volvo-werkplaats. | |
Waarschuwing parkeerrem | Continu branden betekent dat de parkeerrem is ingeschakeld. Knipperen betekent een storing in de parkeerrem. | |
Waarschuwing voor systeemstoring | Er is een storing in het autosysteem waargenomen. Neem onmiddellijk contact op met een erkende Volvo-werkplaats. | |
De veiligheidsgordel moet nog worden vastgemaakt | Iemand in de auto draagt de veiligheidsgordel niet. | |
Noodoproep | Er is een probleem met het noodoproepsysteem. | |
Waarschuwing voor storing in airbag | Er is een storing in de airbags waargenomen. | |
Waarschuwing remsysteem | Er is een storing in het remsysteem waargenomen. | |
Waarschuwing ABS-systeem | Het ABS-systeem is uitgeschakeld. De wrijvingsremmen werken nog, maar zonder ABS. | |
Waarschuwing voor richtingaanwijzer | Er is een storing waargenomen in de richtingaanwijzers. | |
Storing in hulpfunctie voor op de rijstrook blijven rijden | Er is een storing in de hulpfunctie voor op de rijstrook blijven rijden.1 | |
Waarschuwing bandenspanning | Continu branden betekent een lage bandenspanning. Knipperen betekent een systeemstoring of de bandenspanning kan niet worden gemeten. | |
Waarschuwing luchtvering | Er is een storing in het luchtveringssysteem waargenomen. | |
Waarschuwing stabiliteitssysteem | Een knipperend symbool geeft aan dat het stabiliteitssysteem ingrijpt. Als het symbool continu brandt, is er een storing in het systeem. | |
Storing in ruitenwissers voorruit | Er is een storing waargenomen in de ruitenwissers van de voorruit. | |
Waarschuwing verminderde prestaties | De prestaties van de auto worden beperkt. | |
Storing in rijhulpsysteem | Er is een storing in het rijhulpsysteem. | |
Waarschuwing voor hulpfunctie voor op de rijstrook blijven rijden links | Je rijdt te dicht bij of over de wegmarkeringen links van de auto. | |
Waarschuwing voor hulpfunctie voor op de rijstrook blijven rijden rechts | Je rijdt te dicht bij of over de wegmarkeringen rechts van de auto. | |
Trekhaak ontgrendeld | De trekhaak is ontgrendeld. | |
Mistachterlicht aan | Het mistachterlicht is ingeschakeld. | |
Storing in buitenverlichting | Er is een probleem met de buitenverlichting. | |
Automatisch grootlicht actief | Het automatische grootlicht is actief. | |
Handmatig grootlicht aan | Het handmatige grootlicht is aan. | |
Klaar om te rijden | De auto is gestart en klaar om te rijden. Dit wordt weergegeven als de auto van de parkeerstand in een rijstand wordt gezet. Als de auto begint te rijden, verdwijnt dit symbool. | |
Richtingaanwijzer links | De richtingaanwijzer links is actief en geeft een bocht naar links aan. | |
Richtingaanwijzer rechts | De richtingaanwijzer rechts is actief en geeft een bocht naar rechts aan. | |
Parkeerlichten | De parkeerlichten zijn ingeschakeld. | |
2 | Kinderslot | Het kinderslot is actief. Passagiers op de achterbank kunnen de achterportieren niet openen en de ruiten achterin niet bedienen. |
2 | Vasthouden | De Hold-functie wordt geactiveerd wanneer je het rempedaal hard indrukt. |
2 | Laadkabel aangesloten | De laadkabel is nog op de auto aangesloten. |
2 | Automatisch grootlicht ingeschakeld | Het automatische grootlicht is ingeschakeld. |
2 | Regensensor | De regensensor is actief en de ruitenwissers van de voorruit staan in de automatische stand. |
2 | Hulpfunctie voor op rijstrook blijven rijden uit | De hulpfunctie voor op de rijstrook blijven rijden is uitgeschakeld of tijdelijk niet beschikbaar. |