
Vergrendel de portieren en de achterklep door lang op het aanraakgevoelige gebied van een van de portierhandgrepen te drukken of druk op de kleinste van de beide met rubber beklede knoppen op de achterklep - de vergrendelingsindicatie onder aan de voorruit gaat knipperen om aan te geven dat er vergrendeling heeft plaatsgevonden.
Alle portieren inclusief de achterklep moeten zijn gesloten, voordat u de auto kunt vergrendelen – de auto wordt anders niet vergrendeld.
N.b.
Als u (terwijl de motor is afgezet) de transpondersleutel met Keyless-functie uit de auto haalt en de auto niet vergrendelt door een van de portierhandgrepen aan te raken of de vergrendeltoets op de transpondersleutel te bedienen, gebeurt het volgende:
Na ca. 1½–2 minuten wordt het alarm geactiveerd en gaat de alarmdiode op de voorruit knipperen – het alarm staat daarmee op scherp maar de auto is niet vergrendeld.