Interieurverlichting

Het interieur is voorzien van verschillende soorten verlichting, zoals de binnenverlichting, de instelbare interieurverlichting en de leeslampjes.

Plafondverlichting voorin

SPA-2246-Front interior lightning panel in roof
Verlichting en bediening in de plafondconsole.
  1. P5-Icon red circle 1Binnenverlichting
  2. P5-Icon red circle 2Leeslampje
  3. P5-Icon red circle 3Knop voor interieurverlichting en automatische interieurverlichting
  4. P5-Icon red circle 4Sfeerverlichting

Leeslampjes

De leeslampjes in de plafondconsole kunnen aan en uit worden gedaan door licht en kort op het betreffende leeslampje te drukken. De lichtsterkte is aan te passen door met uw vinger lang op het lampje te drukken.

Interieurverlichting

De vloerverlichting en binnenverlichting zijn in en uit te schakelen door de bijbehorende knop voor interieurverlichting op de plafondconsole kort in te drukken.

Automatische bediening voor interieurverlichting

De automatische bediening wordt geactiveerd en gedeactiveerd door de knop voor interieurverlichting ingedrukt te houden. Als de knop

  • wit brandt, is de automatische bediening geactiveerd
  • oranje brandt, is de automatische bediening gedeactiveerd.

Als de automatische bediening is geactiveerd, gaat de interieurverlichting branden op basis van het volgende schema.

De interieurverlichting gaat branden, wanneer
  • de auto wordt ontgrendeld
  • een zijportier wordt geopend.
De interieurverlichting dooft, wanneer
  • de auto wordt vergrendeld
  • de accubesparende stand wordt geactiveerd.

Plafondverlichting achterin*

In het achterste deel van de auto zitten leeslampjes, die ook als binnenverlichting dienen.

P5/P6-2222-Rear roof light
Leeslampjes boven de achterbank.
SPA-2246-Rear roof light-Panoramic roof
In een auto met panoramadak* zitten de twee lampeenheden aan beide kanten van het plafond.

De leeslampjes zijn in en uit te schakelen door licht en kort op het lampje te drukken. De lichtsterkte is aan te passen door met uw vinger lang op het lampje te drukken.

Verlichting dashboardkastje

De verlichting in het dashboardkastje wordt in- en uitgeschakeld bij het openen en sluiten van de klep van het kastje.

Spiegelverlichting zonneklep*

De verlichting van de spiegel in de zonneklep wordt bij het openen en sluiten van het spiegelklepje in- en uitgeschakeld.

Grondverlichting*

De grondverlichting wordt in- of uitgeschakeld bij het openen of sluiten van het desbetreffende portier.

Dorpelverlichting

De dorpelverlichting wordt in- of uitgeschakeld bij het openen of sluiten van een portier.

Bagageruimteverlichting

De bagageruimteverlichting wordt bij het openen en sluiten van de achterklep automatisch in- of uitgeschakeld.

Interieurverlichting

Een aantal omgevende lichtbronnen in het interieur van de auto kan via het middendisplay worden aangepast.

Verlichting in portiervakken

De verlichting in de opbergvakken van portieren gaat branden bij ontgrendeling van de auto en dooft bij vergrendeling. De lichtsterkte kan via het middendisplay fijn worden afgesteld.

Verlichting in voorste bekerhouder van tunnelconsole*

De verlichting van de bekerhouder voorin gaat branden bij ontgrendeling van de auto en dooft bij vergrendeling. De lichtsterkte kan via het middendisplay fijn worden afgesteld.

  1. * Optie/accessoire.