Rijmodi
Mogelijke rijmodi
U kunt kiezen uit vier rijmodi: Hybrid, Pure, Power1 en Constant AWD*.
De verschillende rijmodi zijn aangepast om te zorgen voor optimale rijeigenschappen als het gaat om:
- besturing
- motor/versnellingsbak/vierwielaandrijving
- remmen
- schokdemping
- bestuurdersdisplay
- klimaatinstellingen.
Waarschuwing
Indicatie op het bestuurdersdisplay
Op het bestuurdersdisplay wordt aangegeven welke rijmodus er geselecteerd is.
Hybrid
Bij het starten van de motor staat de auto in de rijmodus Hybrid. De elektromotor en de verbrandingsmotor worden ieder afzonderlijk of allebei tegelijk gebruikt en het gebruik ervan wordt aangepast lettend op prestaties, brandstofverbruik en comfort. Het hangt van de ladingsgraad van de hybride-accu en bijvoorbeeld van de behoefte aan warmte of koeling in het interieur af in hoeverre het mogelijk is alleen de elektromotor te gebruiken. De verbrandingsmotor wordt gestart als het vermogen van de auto de capaciteit van de hybride-accu passeert. In de Hybride-modus wordt de capaciteit aangepast op basis van o.a. het laadniveau van de hybride-accu en de rijsnelheid.
Volvo adviseert om de Hybrid-modus te gebruiken bij normaal rijden.
Aandachtspunten bij ritten met geactiveerde Hybrid-modus
- de vierwielaandrijving wordt automatisch ingeschakeld wanneer dat nodig is
- bij een lage ladingsgraad voor de hybride-accu start de verbrandingsmotor vaker. Laad de auto of activeer Opladen onder Accuverbruik op het middendisplay om alleen elektrisch te rijden.
- bij een hoge ladingsgraad kan de auto puur elektrisch rijden. De verbrandingsmotor start wanneer de ladingstoestand van de accu onvoldoende is om het motorvermogen te realiseren waar de bestuurder via het gaspedaal om vraagt.
- bij licht intrappen van het rempedaal wordt energie geregenereerd naar de hybride-accu.
Pure
In de Pure-modus krijgt het gebruik van de elektromotor voorrang. De rijmodus is alleen mogelijk wanneer het laadniveau van de hybride-accu voldoende is. Als het laadniveau van de accu te laag is, worden de eigenschappen van de auto aangepast om het energieverbruik zo laag mogelijk te maken.
Volvo adviseert om de Pure-modus te gebruiken bij normaal rijden.
Aandachtspunten bij ritten met geactiveerde Pure-modus
- het vermogen voor bepaalde klimaatinstellingen wordt aangepast
- bij een glad wegdek kunnen doorslippende wielen iets meer worden toegestaan voordat vierwielaandrijving wordt geactiveerd
De Pure-modus is beschikbaar zolang de hybride-accu een voldoende hoog laadpercentage en vermogen heeft wat kan worden beïnvloed door de temperatuur. Als de verbrandingsmotor start, wisselt de rijmodus automatisch naar de Hybrid-modus totdat de bestuurder de Pure-modus weer kan kiezen.
- bij starten van de auto, en moet voor een optimale uitlaatgasreiniging enkele minuten werken.
- als het laadpercentage van de accu te laag is
- als de bestuurder het gaspedaal helemaal intrapt.
- als het laadpercentage van de accu te laag is
- als de snelheid hoger is dan 140 km/h (87 mph) (geldt niet bij van een helling af rijden e.d.)
- bij systeem-/onderdeelbeperkingen door bijvoorbeeld een lage buitentemperatuur.
N.b.
N.b.
Power2
De Power-modus past het gecombineerde vermogen van de elektro- en verbrandingsmotor aan voor optimale prestaties en respons als het gas wordt ingetrapt. Er wordt sneller en scherper geschakeld en de versnellingsbak geeft de voorrang aan een versnelling die een hogere trekkracht oplevert. De auto reageert sneller op stuurwielbewegingen en de vering is stugger dan normaal.
Volvo adviseert de Power-rijmodus voor als u een sportiever gedrag wilt en een snellere reactie bij het intrappen van het gaspedaal.
Aandachtspunten bij ritten met geactiveerde Power-modus
- er kan sprake zijn van een hoger brandstofverbruik.
Constant AWD*
De rijmodus Constant AWD verbetert de rijeigenschappen van de auto met extra vierwielaandrijving. Een aangepaste verdeling van voor- en achteraskoppel zorgt voor goede rijeigenschappen, stabiliteit en grip op het wegdek.
Volvo adviseert om Constant AWD te gebruiken bij een glad wegdek, bij rijden met een zwaardere aanhanger of bij slepen.