Passagiersairbag

Als aanvulling op de veiligheidsgordel is de auto voorzien van airbags aan de passagierszijde voorin.
P6-22w22-C40/XC40–Safety–Passenger airbag
Airbag voor de voorstoel aan passagierszijde.

Bij een frontale botsing helpt de airbag voorkomen dat de passagier letsel aan hoofd, nek, gezicht en borstkas oploopt of gewond raakt aan knieën en benen.

Bij een voldoende krachtige aanrijding reageren de sensoren, die op hun beurt de gasgeneratoren van de airbag activeren. De airbags vangen de klap van de aanrijding op voor de inzittende. De airbags lopen vervolgens weer leeg. Daarbij treedt er rookvorming in de auto op. Dit is volkomen normaal. Het totale verloop, van het opblazen tot het leeglopen van de airbag, neemt enkele tienden van een seconde in beslag.

 Waarschuwing

De veiligheidsgordel en airbag werken samen. Als de gordel niet of verkeerd wordt gebruikt, kan dit bij een botsing van invloed zijn op het effect van de airbag.

Om geen letsel op te lopen wanneer de airbag wordt opgeblazen, moet de passagier zo rechtop mogelijk zitten met de voeten op de vloer en de rug tegen de rugleuning.

 Waarschuwing

Volvo adviseert u om voor reparatie contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. Een verkeerde ingreep in het airbagsysteem kan tot een onjuiste werking leiden met ernstig letsel als gevolg.

Positie van de airbag aan passagierszijde

De airbag zit opgevouwen in een ruimte boven het dashboardkastje. Het paneel is voorzien van het opschrift AIRBAG.

 Waarschuwing

Plaats geen voorwerpen vóór of bovenop het dashboard op de plek waar de airbag voor de passagiersstoel zit.

Sticker voor passagiersairbag

P5-1546–Safety–Airbag decal placement EU 1
Sticker op zonneklep aan passagierszijde.

De waarschuwingssticker voor passagiersairbag is aangebracht als hierboven.

 Waarschuwing

Als de auto niet is uitgerust met een schakelaar voor activering/deactivering van de passagiersairbag (PACOS), is de passagiersairbag altijd geactiveerd.

 Waarschuwing

Laat nooit iemand voor de passagiersstoel zitten of staan.

Vervoer kinderen nooit in een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje op de passagiersstoel voorin, wanneer de passagiersairbag geactiveerd is.

Laat nooit passagiers (kinderen noch volwassenen) op de passagiersstoel voorin plaatsnemen, als de passagiersairbag gedeactiveerd is.

Het niet opvolgen van de bovenstaande aanbevelingen kan aanleiding geven tot levensgevaarlijke situaties of ernstig letsel.

 Waarschuwing

Gebruik NOOIT een naar achteren gericht kinderzitje op een stoel met een GEACTIVEERDE AIRBAG vóór de stoel. Het KIND kan hierdoor OVERLIJDEN of ERNSTIG GEWOND RAKEN.