Richtingaanwijzerlamp achter vervangen
De lampen voor richtingaanwijzers zitten achter een paneel aan de zijkant van de bagageruimte.
Druk op de bovenrand van de paneelafdekking om deze los te nemen.
Haal de isolatie opzij om bij de steunbrug te kunnen.
Draai het verende boutje linksom los, duw de clips aan de zijkanten naar binnen en demonteer de steunbrug. Dat gaat het eenvoudigst als u het boutje in de steunbrug laat zitten.
Neem de grijze lamphouder los door deze linksom te draaien en naar buiten te trekken.
Haal de gloeilamp los door deze in te duwen en linksom te draaien.
Plaats een nieuwe gloeilamp door deze in de houder te duwen en rechtsom te draaien.
Zet de lamphouder vast door deze rechtsom te draaien.
Monteer de steunbrug met het bijbehorende verende boutje en zorg ervoor dat de clips in de juiste positie komen te zitten. Haal het verende boutje tot aan de aanslag aan, max. 2 Nm (1,5 ft lbs).
Klap de isolatie terug, haak vervolgens de paneelafdekking vast en duw deze in positie terug.
Belangrijk
Raak het glas van de gloeilampen nooit rechtstreeks met uw vingers aan. Vet van uw vingers wordt door de warmte verdampt en zorgt voor een laagje op de reflector die dan kapot kan gaan.
N.b.
Bij de externe verlichting zoals de koplampen en achterlichten kan tijdelijk condens optreden aan de binnenkant van het lampglas. Dit is een natuurlijk verschijnsel en alle externe verlichting is erop gebouwd om dit zoveel mogelijk te voorkomen. Condens verdwijnt normaal uit het lamphuis wanneer de lamp enige tijd heeft gebrand.