In het hoofdstuk Veiligheid worden de voorzieningen beschreven die bedoeld zijn om het risico van ernstig letsel bij een ongeval te verminderen. De veiligheidsfuncties omvatten onder meer de veiligheidsgordels, airbags, kinderzitjes en andere componenten of functies die levens kunnen redden wanneer ze juist worden gebruikt.
Je auto is zo ontworpen dat hij een veilig gebruik bevordert en hiervoor de juiste omstandigheden biedt. Veiligheidsvoorzieningen ontheffen je nooit van de verantwoordelijkheid om veilig te handelen. Dit geldt niet alleen voor voorzieningen die rechtstreeks verband houden met de veiligheid, maar ook voor de rest van de auto. Het is jouw verantwoordelijkheid om de functies van de auto veilig te gebruiken.
Waarschuwing
Samenwerking van veiligheidsvoorzieningen
De veiligheidsvoorzieningen zijn zo ontworpen dat ze samenwerken om de veiligheid van alle inzittenden van de auto te verhogen. Geen enkele voorziening maakt een andere overbodig, tenzij dit uitdrukkelijk in de handleiding wordt vermeld. Zo maakt de aanwezigheid van airbags het absoluut niet minder noodzakelijk om een veiligheidsgordel te dragen.
Waarschuwing SRS
Sensoren in de auto kunnen problemen met de airbags of andere veiligheidssystemen detecteren. Er wordt een rood waarschuwingssymbool op het bestuurdersdisplay weergegeven om je bij storingen te waarschuwen.
Als het rode SRS-waarschuwingssymbool op het bestuurdersdisplay wordt weergegeven, neem dan onmiddellijk contact op met een erkende Volvo-werkplaats.
N.b.
Veiligheidsgerelateerde aspecten
Bepaalde rijhulpfuncties hebben te maken met veiligheid. In plaats van je te beschermen bij een ongeval, zijn ze in de eerste plaats bedoeld om ongevallen te voorkomen. Leer ook deze functies kennen om je ritten nog veiliger te maken.