Met de start-stopfunctie kun je de motor tijdens korte stops tijdelijk uitschakelen, bijvoorbeeld als je voor een stoplicht stopt. Vervolgens wordt de motor weer gestart zodra je weer klaar bent om te rijden. Zo worden je brandstofverbruik en de emissies van de auto verminderd.
Je kunt de status van de start-stopfunctie op het bestuurdersdisplay zien.
De start-stopfunctie is actief en de motor is tijdelijk uitgeschakeld. | |
De start-stopfunctie is beschikbaar, maar niet actief. | |
De start-stopfunctie is niet beschikbaar. |
Alle systemen van de auto blijven werken terwijl de motor wordt uitgeschakeld door de start-stopfunctie. Sommige functies, zoals het volume van de luidspreker, werken echter minder goed totdat de motor weer wordt gestart.
De start-stopfunctie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
- De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
- De motorkap is open.
- Er is een aanhangwagen aangesloten op het elektrische systeem van de auto.
De start-stopfunctie activeren
Houd het rempedaal ingedrukt als je stilstaat of met zeer lage snelheden rijdt.
De motor wordt tijdelijk uitgeschakeld.
N.b.
Als je rijdt met Pilot Assist actief, wordt de motor na een paar seconden uitgeschakeld.
De start-stopfunctie uitschakelen
Laat het rempedaal los of trap het gaspedaal licht in.
De motor start weer.