Het koelsysteem houdt de motor op de juiste bedrijfstemperatuur. De resterende warmte kan worden gebruikt om het interieur te verwarmen.
Het is normaal dat de koelventilator van de motor een tijdje blijft draaien nadat de auto is uitgeschakeld.
Belangrijk
Koelvloeistofniveau controleren
De auto mag alleen worden gebruikt wanneer het koelvloeistofniveau juist is. Als het niveau te laag is, kan de motor oververhit en beschadigd raken.
Tekenen van lekkage
Start de auto niet als er tekenen van lekkage zijn. Dit kan de motor beschadigen.
Tekenen van lekkage kunnen koelvloeistof onder je auto of dampende koelvloeistof zijn of dat je meer dan 2 liter (ongeveer 2 US quarts) moest bijvullen.
Oververhitting van de motor
Onder sommige omstandigheden, zoals rijden op rotsachtig terrein, in een heet klimaat of met een zware lading, kan je auto oververhit raken. Dit kan het vermogen van de motor beperken en andere functies van de auto tijdelijk beïnvloeden. De airconditioning kan bijvoorbeeld een tijdje worden uitgeschakeld.
Als je een melding op het bestuurdersdisplay ziet over een hoge temperatuur in de motor of versnellingsbak, of een laag koelvloeistofpeil, volg dan de instructies in de melding. Mogelijk moet je de koelvloeistof bijvullen of de auto stilzetten om hem te laten afkoelen.
Zet de motor niet meteen uit als je bent gestopt nadat je langere tijd onder veeleisende omstandigheden hebt gereden. Laat de motor een paar minuten stationair draaien om hem te laten afkoelen.