Ruitenwissers en -sproeiers

De wissers en de sproeiers werken samen om voor- en achterruit schoon te houden.

 Belangrijk

Voordat je de ruitenwissers activeert, moet je controleren of de ruitenwisserbladen niet aan de ruit zijn vastgevroren en of er geen sneeuw of ijs op de ruit ligt die moet worden verwijderd.

Bediening ruitenwissers en -sproeiers

Bediening ruitenwissers en -sproeiers met de rechterstuurhendel

Je bedient de ruitenwissers en -sproeiers met de rechterstuurhendel.

Regensensor

Symbool voor regensensor op het bestuurdersdisplay.
Wanneer de regensensor is geactiveerd, wordt er een symbool op het bestuurdersdisplay weergegeven.

Als je auto water op de voorruit detecteert terwijl de regensensor actief is, starten de ruitenwissers automatisch.

Je kunt op de knop van de regensensor op de hendel drukken om de sensor te activeren en de gevoeligheid met de draaiknop aanpassen. De regensensor blijft actief totdat je opnieuw op de knop drukt of een andere wissermodus selecteert.

Ruitensproeiers

De spuitmonden van de ruitensproeiers zijn in de ruitenwisserarmen geïntegreerd zodat de ruitensproeiervloeistof zo efficiënt mogelijk wordt verdeeld. De sproeiers worden automatisch verwarmd bij koud weer om te voorkomen dat de sproeiervloeistof bevriest.

Je auto laat je weten wanneer je de sproeiervloeistof moet bijvullen. Wanneer het sproeiervloeistofpeil laag is, wordt er een melding op het middendisplay weergegeven.

 Belangrijk

Onderhoud, bijvullen en vervangen

  • Maak de wisserbladen regelmatig schoon.
  • Vervang de wisserbladen zodra ze tekenen van slijtage beginnen te vertonen.
  • Vul de sproeiervloeistof bij wanneer je auto dat aangeeft.
  • Gebruik de ruitenwissers niet zonder regen of sproeivloeistof. Dat kan slijtage of schade veroorzaken.

Veilig door de wasstraat

Wanneer je een wasstraat binnenrijdt, moet je de automatische stand uitschakelen. Anders activeert de regensensor de ruitenwissers en dat kan tot schade leiden.