Het tijdsinterval tot voorliggers aanpassen

Pilot Assist kan je helpen om een ingesteld tijdsinterval tot voorliggers aan te houden. Je kunt het tijdsinterval, en daarmee de algemene afstand, tot voorliggers aanpassen met de knoppen aan het stuurwiel.

Wanneer je rijdt met Pilot Assist actief, probeert je auto de rijsnelheid aan te passen aan die van andere auto's. Je kunt de algemene afstand tot voorliggers aanpassen door het tijdsinterval tot voorliggers met de knoppen op het stuurwiel in te stellen. De auto regelt vervolgens het accelereren en afremmen om dat tijdsinterval te handhaven.

Pas het tijdsinterval aan door op de knoppen voor het aanpassen van het tijdsinterval op het bedieningspaneel links van je stuurwiel te drukken.
Verlaag het doeltijdsinterval tot voorliggers.
Verhoog het doeltijdsinterval tot voorliggers.

Het geselecteerde tijdsinterval wordt weergegeven in de tijdsintervalindicator op het bestuurdersdisplay. De tijdsintervalindicator bevindt zich in het indicatiesymbool voor de rijhulpfunctie en is afhankelijk van het huidige ondersteuningsniveau.

Symbool dat aangeeft dat Pilot Assist actief is en de rijsnelheid aanpast aan een voorligger.
De gele horizontale lijnen vormen de tijdsintervalindicator.

Als je het tijdsinterval voor voorliggers aanpast, neemt het aantal lijnen toe of af, afhankelijk van je aanpassing. Meer lijnen duiden op een langer tijdsinterval en een grotere algemene afstand tot voorliggers, terwijl minder lijnen het tegenovergestelde aangeven.

 Belangrijk

De instellingen van rijhulpfuncties aanpassen

Zorg ervoor dat je begrijpt hoe het veranderen van de instellingen van de auto invloed op het gedrag ervan heeft. Dit is vooral belangrijk voor functies die het ondersteuningsniveau beïnvloeden dat de auto kan bieden.

Knoppen voor het aanpassen van het tijdsinterval
Pas het tijdsinterval tot voorliggers aan met de knoppen op het stuurwiel.
  • Druk op de knop voor tijdsinterval verlagen om de algemene afstand tot voorliggers te verkleinen.
  • Druk op de knop voor tijdsinterval verhogen om de algemene afstand tot voorliggers te vergroten.
Het nieuwe doeltijdsinterval wordt weergegeven in de tijdsintervalindicator op het bestuurdersdisplay.

 N.b.

Bij hogere rijsnelheden kan de algemene afstand tot een voorligger groter zijn dan bij lagere snelheden, zelfs als het doeltijdsinterval hetzelfde is. Dit komt omdat de berekende afstand groter wordt voor het gegeven tijdsinterval.