Waarschuwingen voor aanrijdingen en beperking van de gevolgen

Je auto heeft een aantal waarschuwingsfuncties die zijn bedoeld om de kans op een aanrijding te beperken. Als een aanrijding niet kan worden voorkomen, kunnen tijdige waarschuwingen en reacties helpen om de gevolgen ervan te beperken.
Waarschuwingsfuncties bij een aanrijding zijn onder meer:
  • Waarschuwingen voor frontale aanrijdingen
  • Waarschuwingen over voertuigen die voor je gaan rijden
  • Waarschuwingen voor aanrijdingen van achteren

 N.b.

Ingrepen in verband met de veiligheid

Als er een risico van een aanrijding wordt gedetecteerd die urgent genoeg is, kan de auto ingrijpen om de aanrijding te voorkomen of de gevolgen ervan te beperken, zonder eerst waarschuwingen voor een aanrijding te geven. De waarschuwingen worden dan tegelijkertijd met de ingreep weergegeven.

 Waarschuwing

Vertrouw nooit alleen op waarschuwingen bij kans op aanrijdingen of ingrepen van de auto in verband met de veiligheid; die zijn geen vervanging van veilig rijgedrag. Blijf altijd goed op de veiligheid letten, net als bij een auto die deze functies niet heeft.

Waarschuwingen voor frontale aanrijdingen

Waarschuwingen voor frontale aanrijdingen worden gegeven als je te dicht op een voorligger rijdt. De auto waarschuwt je als de auto een kans op een aanrijding detecteert waarbij je meteen iets moet doen.

De situatie en het urgentieniveau kunnen beïnvloeden hoe waarschuwingen voor frontale aanrijdingen worden gegeven. Waarschuwingen kunnen visueel op het head-updisplay, met geluidssignalen en met trillingen in het rempedaal worden aangegeven.

Je auto kan ook afstandswaarschuwingen in het head-updisplay geven om je te helpen een veilige afstand tot voorliggers te behouden.

Waarschuwingen over voertuigen die voor je gaan rijden

Je auto kan je waarschuwen als een ander voertuig op het punt staat om je af te snijden, bijvoorbeeld als een voertuig vlak vóór jou naar jouw rijstrook gaat. Bij voertuigen die op de weg zwabberen of onvoorspelbaar rijden in naastgelegen rijstroken kunnen deze waarschuwingen ook worden gegeven. Je auto gebruikt meldingen op het bestuurdersdisplay om je in deze situaties te waarschuwen

Waarschuwingen voor aanrijdingen van achteren

Als je auto een situatie identificeert waarbij er een hoog risico van een aanrijding van achteren is, kan de auto met de achterlichten knipperen om de bestuurders achter je te waarschuwen. Waarschuwingen voor een aanrijding van achteren worden automatisch weergegeven als de auto plotseling vertraagt1, bijvoorbeeld omdat je heel hard remt. Er kunnen ook waarschuwingen worden weergegeven als je auto merkt dat een auto snel van achteren nadert. In dat geval wordt er ook een waarschuwing gegeven als de auto niet vertraagt. Ze kunnen onder het rijden en bij stilstand worden weergegeven, maar alleen als je auto detecteert dat het risico van een aanrijding hoog genoeg is.

In situaties met waarschuwingen voor een aanrijding van achteren kan je auto je veiligheidsgordel vanwege de veiligheid voorspannen. Als je auto stilstaat, kan de auto als voorzorgsmaatregel ook hard remmen als een aanrijding van achteren niet kan worden voorkomen.

 N.b.

Reactie op een botsing

Als een aanrijding niet kan worden voorkomen, kan de auto op andere manieren reageren om de inzittenden te beschermen en het gevaar voor ander verkeer te beperken. Lees meer over deze functies in het deel over veiligheid in deze handleiding.

  1. 1 Het vertragen van de auto moet een bepaalde drempelwaarde overschrijden.