Auto opkrikken
Je kunt met een krik één wiel per keer van de grond heffen. Lees alle instructies voordat je de auto opkrikt.
Belangrijk
Aanbevolen of meegeleverde uitrusting
- De instructies voor het opkrikken van je auto gaan uit van het gebruik van een krik die door1 Volvo wordt aanbevolen of meegeleverd.
- Gebruik alleen gereedschap en uitrusting die voor jouw automodel zijn bedoeld. Neem contact op met een Volvo-dealer voor aanbevelingen voor gereedschap.
- Volvo raadt een erkende Volvo-werkplaats aan voor werkzaamheden die niet in de handleiding worden beschreven.
- Een draagbare krik bedoeld voor sporadisch, beperkt gebruik is alleen geschikt voor korte noodwerkzaamheden, zoals bij een lekke band. Een werkplaatskrik wordt aanbevolen voor regelmatig of langer gebruik.
Andere hefuitrusting
- Als er hefuitrusting wordt gebruikt die niet door Volvo2 is geleverd, lees dan zorgvuldig de instructies voordat je de auto opkrikt. Zorg ervoor dat de uitrusting geschikt voor jouw auto is.
- Gebruik aanvullende veiligheidsuitrusting zoals een assteun en wielblokken, waar van toepassing.
- Wanneer je werkplaatskrikken of andere hefuitrusting bedoeld voor vaak en langdurig gebruik gebruikt, dan moet je de afzonderlijke hijsgebieden gebruiken in plaats van de punten die in deze instructies worden beschreven.
Waarschuwing
Veiligheid rondom de auto
- Als je een wiel verwisselt in of dicht bij het verkeer, zorg er dan voor dat jij en de auto goed zichtbaar zijn voor anderen. Schakel de alarmlichten in, plaats de gevarendriehoek op een duidelijk zichtbare, maar veilige plek en draag een reflecterend hesje.
- Wijs een veilige plaats aan waar passagiers kunnen wachten, weg van de auto en het verkeer.
- Jij bent verantwoordelijk voor de veiligheid rond de auto terwijl hij is opgekrikt. Laat geen mensen in of bij de auto.
Auto opkrikken
- Ga nooit onder de auto staan en laat anderen nooit met lichaamsdelen onder de auto komen terwijl deze is opgekrikt.
- Plaats nooit iets tussen de grond en de krik, of tussen de krik en het krikpunt van de auto.
- Gebruik geen hefuitrusting die tekenen van schade vertoont.
Voordat je de auto opkrikt:
- Verzamel alle gereedschap en onderdelen die je nodig hebt.
- Controleer of de krik in goede staat is en of de schroefdraad goed is gesmeerd en niet vuil is.
- Verlaag de alarmgevoeligheid van je auto om te voorkomen dat het alarm per ongeluk wordt geactiveerd.
Activeer de parkeerrem.
Zet de auto met de schakelhendel in P.
Schakel de luchtvering uit door de krikmodus te activeren in de instellingen.
Plaats wielblokken om de kans dat de auto beweegt terwijl deze is opgekrikt te beperken. Gebruik bijvoorbeeld grote stenen of houten blokken. Plaats ze voor en achter elk wiel dat op de grond blijft staan.
Zoek de speciale krikpunten aan de onderkant van de auto.
Er bevinden zich aan beide zijden van de auto twee krikpunten.
Plaats de krik onder het krikpunt van de auto. Het oppervlak waarop de krik staat moet stevig, niet glad en vlak zijn. Plaats de krik met de handgreep weg van de auto gericht.
Zet de krik omhoog totdat de kop in het krikpunt van de auto komt. Zorg ervoor dat het uitstekende deel van de kop van de krik in de sleuf van het krikpunt gaat.
Zorg ervoor dat alles goed is geplaatst. Controleer het volgende:
- de krik staat recht en leunt niet in een richting
- de voet van de krik staat midden onder het krikpunt
- de kop van de krik komt goed tegen het krikpunt.
Zet de auto omhoog tot de juiste hoogte. Zet de auto niet hoger dan noodzakelijk voor de werkzaamheden die je wilt uitvoeren.
Waarschuwing
Laat de auto niet onbeheerd achter wanneer de auto omhoog is gekrikt.
Laat de auto voorzichtig zakken als het werk klaar is. Vergeet niet om belangrijke functies van de auto te testen die eventueel kunnen zijn beïnvloed door de werkzaamheden die je uitvoert.
Berg de krik weer in de oorspronkelijke opbergruimte op.
De krikmodus wordt uitgeschakeld zodra je gaat rijden.