Motorolie bijvullen
Mogelijk moet je tussen de onderhoudsbeurten door motorolie bijvullen. Je hoeft dit alleen te doen als dit met een melding op het bestuurdersdisplay wordt aangegeven.
Je auto heeft elektronische oliepeilsensoren en waarschuwt je als het motoroliepeil laag is. Je auto heeft geen oliepeilstok.
Je kunt het motoroliepeil op het middendisplay controleren op het moment dat de auto wordt gestart. Controleer het oliepeil regelmatig.
Gebruik alleen motorolie van de voorgeschreven kwaliteit, anders zijn de aanbevolen onderhoudsintervallen en de garantie niet van toepassing.
Zet de motor uit.
Open de motorkap.
Zoek de dop voor de motorolie, die zich bijna in het midden van de motor bevindt.
Schroef de dop langzaam los om de druk te laten ontsnappen.
Vul voorzichtig de hoeveelheid bij die in de melding wordt aangegeven. Als het peil te hoog is, kan dit ervoor zorgen dat de motor niet goed werkt.
Waarschuwing
Zorg ervoor dat je geen olie in de motorruimte morst. Als de olie in contact komt met hete onderdelen, kan dit brand veroorzaken.
Draai de dop weer goed vast.
Geen waarde beschikbaar
Het nieuwe oliepeil wordt niet onmiddellijk gedetecteerd. Voor het bepalen van het juiste oliepeil moet je eerst ongeveer 30 km (20 mijl) met je auto rijden en de auto vervolgens op een vlakke ondergrond met uitgeschakelde motor parkeren en 5 minuten laten staan.