Het bestuurdersdisplay bevindt zich vóór de bestuurder, achter het stuurwiel.
Het bestuurdersdisplay wordt geactiveerd zodra je een portier opent en schakelt uit als het korte tijd niet wordt gebruikt. Je kunt het weer inschakelen door een portier te openen of de startknop rechtsom te draaien en meteen weer los te laten.
Met de knoppen op het stuurwiel kun je het display bedienen en bepalen wat er op het scherm te zien is.
Voorbeelden van informatie die op het bestuurdersdisplay kan worden getoond:
- Waarschuwings- en indicatiesymbolen
- Snelheid
- Navigatie
- Meldingen
- Brandstofmeter
- Dagteller
Standen display
Voor het bestuurdersdisplay kun je uit twee weergaves kiezen: Calm en Map. Gebruik de knop voor het bestuurdersdisplay op het stuurwiel om de weergavemodus te veranderen.
Calm | Er wordt belangrijke informatie weergegeven, zoals snelheid, brandstofpeil en actieradius, en waarschuwings- en indicatiesymbolen. |
Map | Op het bestuurdersdisplay zie je een kaart met je actuele navigatieroute, plus belangrijke rij- en auto-informatie. |
Waarschuwing
Als het bestuurdersdisplay wordt uitgeschakeld, niet wordt ingeschakeld of slechts gedeeltelijk leesbaar is, mag je de auto niet gebruiken. De bestuurder krijgt dan geen waarschuwingen of informatie over de status van de auto op het bestuurdersdisplay, onder meer waarschuwingen voor en informatie over de remmen, airbags of andere veiligheidssystemen. Neem bij problemen met het bestuurdersdisplay contact op met een erkende Volvo-werkplaats.
Tip
De instellingen van het bestuurdersdisplay kun je wijzigen via het middendisplay.