Activeer de onderhoudspositie van de ruitenwissers via de instellingen in het middendisplay.
Vouw de ruitenwissers omhoog en zet ze van de voorruit af.
Verwijder het ruitenwisserblad uit de ruitenwisserarm.
Het blad aan de bestuurderszijde moet langer zijn dan het blad aan de passagierszijde. Schuif het ruitenwisserblad op de ruitenwisserarm. Zorg ervoor dat de pen op de ruitenwisserarm in de opening op het ruitenwisserblad gaat. Duw het blad in de ruitenwisserarm totdat je een klik hoort.
Controleer of het blad goed vastzit.
Leg de wisserarm terug op de voorruit.
Schakel de onderhoudspositie van de ruitenwissers uit.