Je kunt de draadloze lader alleen gebruiken als je apparaat gecertificeerd is volgens de Qi-standaard voor draadloos opladen. Zorg ook dat draadloos opladen is ingeschakeld, zowel op het apparaat1 als op de lader zelf. De lader kun je inschakelen via het middendisplay.
Waarschuwing
Belangrijk
NFC-kaarten en opladen
Plaats geen kaarten met NFC2, zoals elektronische betaalkaarten, tussen de draadloze lader en het apparaat wanneer je de laadfunctie gebruikt. Dit kan de apparaten beschadigen.
Als er pasjes of andere gevoelige voorwerpen in het hoesje van je telefoon zitten, verwijder deze dan voor het opladen of zorg dat ze niet tussen je telefoon en de oplader zitten.
Controleer voordat je een apparaat oplaadt of er geen andere voorwerpen op de oplader liggen.
Het apparaat begint met opladen en het laadsymbool wordt op de statusbalk van het middendisplay weergegeven.
Waarschuwing
N.b.
- Het opladen van verschillende apparaten kan verschillende resultaten hebben. Denk bijvoorbeeld aan hoe lang het duurt voordat het laden begint en hoe snel een apparaat volledig is opgeladen.
- Het apparaat kan warm worden tijdens het opladen. Dit is normaal en niets om je zorgen over te maken. Als de accu van de telefoon te heet wordt, wordt het laden gedeactiveerd.
Als het apparaat niet oplaadt
- Zorg ervoor dat je de lader op het middendisplay hebt ingeschakeld.
- Zorg dat er geen andere spullen op de lader liggen dan het apparaat dat je wilt opladen.
- Til het apparaat op en leg het terug in het midden van de lader.
- Verwijder eventuele hoesjes van het apparaat.
- Schakel de NFC-functie van het apparaat uit als die aanwezig is.