7 mythes over veiligheidsgordels

Henry Ford vond de auto uit. Vikingen droegen helmen met hoorns. En de Chinese Muur is zichtbaar vanuit de ruimte. Deze drie beweringen zijn allemaal mythen. Algemeen geloofd maar onjuist. Een mythe kan om verschillende redenen ontstaan. Maar heel vaak wordt het gecreëerd rond iets dat we fascinerend vinden. En weinig dingen zijn fascinerender dan onze eigen wereldberoemde veiligheidsgordel en het verhaal eromheen. Tenminste, dat vinden we hier bij Volvo Cars.

In 1959 werd de driepuntsgordel zoals we die nu kennen voor het eerst geïntroduceerd in ons PV544-model door Volvo-ingenieur Nils Bohlin. Om iedereen ervan te laten profiteren, werd het patent gratis aan de wereld gegeven.

Al snel was de driepuntsgordel wereldwijd in vrijwel elke auto te vinden. De rest is geschiedenis, zoals ze zeggen. Tot op de dag van vandaag heeft de uitvinding meer dan een miljoen levens gered. Toch zijn er nog altijd mythes over de veiligheidsgordel en het gebruik ervan. En die kunnen leiden tot misverstanden over het belang en de effectiviteit ervan.

In dit artikel ontkrachten we enkele van deze mythes door de feiten op tafel te leggen.

***

Mythe #1: In sommige situaties is het veiliger om zonder veiligheidsgordel te reizen.
Niet waar. Iedereen in een auto moet een veiligheidsgordel dragen. Kinderen ouder dan vier jaar en tot ongeveer 140 cm / 10 jaar moeten een gordel gebruiken in combinatie met een zitje/zittingverhoger, waarbij ze worden opgetild tot een positie waar de veiligheidsgordel het beste werkt. Het dragen van een veiligheidsgordel vermindert het risico op letsel bij een aanrijding aanzienlijk doordat de krachten op de sterkere lichaamsdelen worden gericht. Veiligheidsgordels zorgen ervoor dat iedereen veilig op zijn plaats blijft en voorkomen dat inzittenden in de auto worden rondgeslingerd of zelfs eruit worden geslingerd.

Mythe #2: De veiligheidsgordel te dicht om de nek dragen is niet goed.
Niet waar. Het dragen van de veiligheidsgordel tegen uw nek kan oncomfortabel zijn, maar het is niet gevaarlijk. U kunt proberen de veiligheidsgordel beter af te stellen met behulp van de hoogteverstelling van de schoudergordel. Of u kunt de positie van uw stoel veranderen om het comfort te verbeteren. Als u of uw passagiers op de achterbank zitten, overweeg dan om iets opzij te schuiven of leg gewoon wat stof tussen uw nek en de veiligheidsgordel. Plaats de schoudergordel nooit onder uw arm of van uw schouder. Bij een aanrijding moet de gordel op uw sleutelbeen rusten om u goed te beschermen.

Mythe #3: Het dragen van de schoudergordel achter de rug is prima.
Niet waar. Als u alleen het heupgedeelte van de gordel gebruikt, zijn uw bovenlichaam en hoofd niet goed beschermd bij een botsing. Ook is er een groter risico op letsel aan de onderrug, vergelijkbaar met wat er gebeurde met de oude tweepuntsgordels.

Mythe # 4: Zwangere vrouwen moeten hun veiligheidsgordel gebruiken in combinatie met een ander apparaat om voldoende bescherming te krijgen.
Niet waar. In het beste geval heeft het gebruik van zo'n toevoeging geen invloed op de veiligheid, maar sommige apparaten kunnen juist een verhoogd risico vormen voor de zwangere vrouw en de foetus. Zorg ervoor dat de heupgordel onder de buik zit, laag en strak over de heupen. Dat biedt de beste bescherming. Bevestig niets aan de veiligheidsgordel.

Mythe #5: Een dikke jas moet je uitdoen als je een veiligheidsgordel gebruikt.
Niet waar. Normaal gesproken hoeft u geen kleren uit te trekken om veilig in de auto te kunnen rijden. Draagt u echter een heel dikke jas, zorg er dan voor dat u deze opent en dat zowel de schouder- als heupgordel direct tegen uw lichaam komen, niet tegen de jas.

Mythe #6: Als de riem te dicht bij de nek zit, is het veiliger om hem buiten de schouder te leiden, langs de arm.
Niet waar. Zorg er altijd voor dat de schoudergordel op de schouder zit, in het midden. Als de gordel oncomfortabel aanvoelt tegen uw nek, probeer dan de veiligheidsgordel af te stellen met de hoogteverstelling of verander de positie van uw stoel. Plaats de gordel nooit onder uw arm of van uw schouder.

Mythe #7: Het is niet nodig de veiligheidsgordel af te stellen nadat u de gordel hebt vastgemaakt.
Dat hangt er vanaf. Het is voor iedereen goed om de gordel aan te spannen om speling te verwijderen, hoewel de gordelspanner (indien aanwezig) dat ook zal doen bij een aanrijding. Draagt u een dikke jas of andere dikke kleding, zorg er dan voor dat u deze zo opent dat de schouder- en heupgordel tegen het lichaam zitten. Bij een dikke buik leidt u de heupgordel onder de buik op het heupbeen. Zo brengt u de belasting over naar het sterke heupbot in plaats van naar de zachte buik.

***

Op een rijtje
Zo gebruikt u de veiligheidsgordel correct

1. Maak de gordel vast en span hem aan door net boven de gesp te trekken.
2. Zorg ervoor dat de riem niet gedraaid is en plat tegen het lichaam ligt. Open volumineuze kleding.
3. Controleer of de heupgordel laag over de heupen zit, niet op de buik. Pas indien nodig aan.
4. Zorg ervoor dat de schoudergordel over de borst en over de schouder is geplaatst, bij voorkeur in het midden van de schouder.