Buitenkant met de hand wassen
Was je auto regelmatig en ook meteen als je ziet dat deze vuil begint te worden. Zo voorkom je dat het vuil zich vastzet. Dit vermindert de kans op krassen en zorgt er natuurlijk ook voor dat je auto er mooi uit blijft zien.
Belangrijk
Wanneer en waar maak je de buitenkant schoon?
- Maak je auto schoon wanneer hij stoffig of vuil is. Dit voorkomt aangekoekt vuil, dat vaak grotere deeltjes en puin bevat. Deze kunnen slijtage en schade veroorzaken, vooral bij het schoonmaken.
- Verwijder vogelpoep, en boomsappen en -hars zo snel mogelijk. Daar zitten stoffen in die de lak snel kunnen beschadigen en verkleuren.
- Was je auto niet in direct zonlicht. Hierdoor kunnen reinigingsmiddelen of was uitdrogen en als schuurmiddel werken.
- Als de auto is blootgesteld aan bijtende stoffen, zoals zure regen, zout, chemicaliën, ijzerpoeder, roet of as, moet je hem zo snel mogelijk schoonmaken om schade te voorkomen. In gebieden met veel industriële uitstoot wordt aanbevolen om de auto vaker te wassen.
- Maak de auto schoon in een speciaal daarvoor bestemde ruimte waar het afvalwater wordt opgevangen en volgens de milieuvoorschriften wordt afgevoerd. Zorg ervoor dat er een olieafscheider in de ruimte aanwezig is.
Wassen met hogedrukreiniger
- Zorg ervoor dat portieren, ramen en luiken gesloten zijn.
- Gebruik een draaiende beweging en houd de spuitmond op minimaal 30 cm (1 ft) van het oppervlak van de auto.
- Spuit niet rechtstreeks op openingen of gevoelige plaatsen, zoals sloten, camera's, sierstrips, luchtinlaten of de laadaansluiting.
Was de auto niet tijdens het opladen
Was de auto niet terwijl de laadkabel in het stopcontact zit.
N.b.
- Wees voorzichtig en gebruik de juiste schoonmaakapparatuur voor het type oppervlak dat je wast.
- Gebruik alleen reinigingsmiddelen en autoverzorgingsproducten die door Volvo worden aanbevolen en volg de instructies bij elk product.
Volledige buitenkant wassen
Spoel eerst de onderkant van de auto af, ook de wielkasten en bumpers.
Spoel de hele auto af om vuil op te lossen en weg te spoelen. Voor bijzonder vuile oppervlakken kun je een ontvettingsmiddel voor lage temperaturen gebruiken.
Was daarna de hele auto met een spons, autoshampoo en veel lauw water.
Droog de auto met een schone, zachte zeem of een zachte trekker. Dit verkleint de kans op vlekken van opgedroogde waterdruppels, die je dan weer weg moet poetsen.
Verwijder na het wassen het vuil uit de afvoeropeningen in de portieren en maak de dorpels schoon.
Verwijder eventuele achtergebleven bitumenresten van het wegdek met een teerverwijderaar.
Bij zeer hardnekkige vlekken of als je niet het gewenste resultaat krijgt bij het schoonmaken van je auto, neem dan voor advies contact op met Volvo.