Sleutels
De standaardsleutel en Care Key zijn voorzien van knoppen. Achteraf kunnen extra sleutels worden bijbesteld. Voor een auto met passieve vergrendeling en ontgrendeling* kan een wat kleinere en lichtere sleutel zonder knoppen (Key Tag) als accessoire worden gekocht.
Om de auto te starten moet er een sleutel in het voorste deel van de passagiersruimte aanwezig zijn.
Bij auto's met passieve vergrendeling en ontgrendeling (Passive Entry)* is de auto altijd te starten, ongeacht waar de sleutel zich in de auto bevindt.
De sleutels zijn te koppelen aan verschillende gebruikersprofielen om persoonlijke instellingen voor de auto op te slaan.
Waarschuwing
De sleutel bevat een knoopcelbatterij. Zorg ervoor dat nieuwe en gebruikte batterijen buiten bereik van kinderen blijven. Als batterijen worden ingeslikt, kan dat tot ernstig letsel leiden.
Bij beschadiging, bijvoorbeeld als het batterijklepje niet goed kan worden afgesloten, mag het product niet worden gebruikt. Houd defecte producten buiten bereik van kinderen.
De standaardsleutel en de knoppen daarvan
Vergrendelen
Bij een druk op de knop wordt de auto vergrendeld en het alarm geactiveerd*.
Bij lang indrukken worden alle ruiten en het panoramadak gesloten*.
Ontgrendelen
Bij een druk op de knop wordt de auto ontgrendeld en het alarm uitgeschakeld*. Bij lang indrukken worden alle ruiten tegelijkertijd gesloten. Dit kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een warme auto snel door te luchten voordat u erin gaat zitten.
Achterklep
Bij een druk op de knop wordt voor de achterklep het alarm uitgeschakeld* en wordt die ontgrendeld. Bij auto's met elektrische achterklepbediening* wordt de achterklep geopend en gesloten door lang indrukken. Er klinkt een waarschuwingssignaal als de achterklep wordt geopend of gesloten.
Paniekfunctie
De paniekfunctie wordt gebruikt om in noodgevallen de aandacht van anderen te trekken. Als u de knop ten minste 3 seconden lang ingedrukt houdt of tweemaal achtereen binnen 3 seconden indrukt, worden de richtingaanwijzers en de claxon van de auto geactiveerd. U kunt deze functie met de ontgrendelknop weer uitschakelen, als de functie minimaal 5 seconden actief geweest is. Als dat niet gebeurt, wordt hij automatisch uitgeschakeld na 2 minuten en 45 seconden.
Waarschuwing
Let op het gevaar voor beknelling tijdens het openen/sluiten.
- Let altijd op bij het bedienen.
- Laat kinderen niet met de bedieningselementen spelen.
- Laat kinderen nooit alleen achter in de auto.
- Denk eraan dat de elektrisch bedienbare ruiten ook bediend kunnen worden als de sleutel uit de auto is verwijderd zolang de stoelsensor registreert dat de bestuurdersstoel bezet is. Voor het onderbreken van de stroom voor de elektrisch bedienbare ruiten moet het bestuurdersportier open zijn en mag de bestuurdersstoel niet bezet zijn. De elektrisch bedienbare ruiten kunnen weer geactiveerd worden via het middendisplay, ook als de sleutel uit de auto is verwijderd en de stoelsensor niet registreert dat de bestuurdersstoel bezet is.
- Steek geen voorwerpen of lichaamsdelen via de ruiten naar buiten, ook al is het elektrische systeem van de auto volledig uitgeschakeld.
N.b.
Een sleutel die opgesloten ligt in de auto wordt tijdelijk gedeactiveerd en kan pas weer worden gebruikt nadat de auto is ontgrendeld met een andere geldige sleutel.
Transpondersleutel zonder knoppen (Key Tag)*
Een sleutel zonder knoppen kan als accessoire worden besteld voor auto's uitgerust met de functie passieve vergrendeling en ontgrendeling. Starten en passieve vergrendeling en ontgrendeling werken op dezelfde manier als met de standaardsleutel. De sleutel is waterdicht tot een diepte van zo'n 10 meter (30 feet) gedurende 60 minuten. Het afneembare sleutelblad ontbreekt en de batterij kan niet worden vervangen.
Care Key
Er kan een snelheidsbeperking worden ingesteld die actief is bij gebruik van Care Key. De beperking moet ervoor zorgen dat de auto op veilige wijze wordt bestuurd, zoals bij het uitlenen.
Als actieve sleutel wordt verwijderd uit de auto
Als de sleutel bij een draaiende motor uit de auto wordt verwijderd, verschijnt de waarschuwingsmelding De autosleutel is niet gedetecteerd. Zie gebruikershandleiding voor meer informatie. op het bestuurdersdisplay en klinkt er als het laatste portier wordt gesloten ter herinnering ook een geluidssignaal.
De melding verdwijnt wanneer u, nadat de sleutel weer in de auto aanwezig is, op de knop O van de rechter stuurknoppenset drukt of wanneer alle portieren gesloten zijn.
Storingen
De passieve startfunctie van de sleutel en de optie passief vergrendelen en ontgrendelen* ondervinden mogelijk storingen door elektromagnetische velden en afschermingen.
N.b.
Als er toch storingen optreden kunt u voor het ontgrendelen het afneembare sleutelblad van de sleutel gebruiken. Plaats de sleutel daarna terug in de back-uplezer in het opbergvak van de tunnelconsole om het alarm te deactiveren en de auto te kunnen starten.