Transpondersleutel - personalisering*
Dankzij het sleutelgeheugen van de transpondersleutel zijn bepaalde instellingen van de auto te personaliseren.
Het sleutelgeheugen is te gebruiken voor de elektrische bedienbare* bestuurdersstoel.
Instellingen voor de buitenspiegels, bestuurdersstoel, stuurbekrachtiging alsook de thema-, contrast- en kleurinstellingen van het instrumentenpaneel zijn op te slaan in het geheugen afhankelijk van het uitrustingsniveau van de auto.
U kunt de functie1 activeren/deactiveren in het menusysteem MY CAR. Voor een beschrijving van het menusysteem, zie MY CAR.
Bij een geactiveerde functie worden de instellingen automatisch gekoppeld aan het sleutelgeheugen. Dit betekent dat een wijziging in een van de instellingen automatisch wordt opgeslagen in het geheugen voor de desbetreffende transpondersleutel.
Instellingen vastleggen
Zorg dat het sleutelgeheugen altijd geactiveerd staat in het menusysteem MY CAR.
- Ontgrendel de auto met de transpondersleutel met het geheugen waarin u de instelling2 wilt opslaan.
- Verricht de gewenste instellingen van bijvoorbeeld de stoel en de buitenspiegels.
- De instellingen worden opgeslagen in het geheugen van de actuele transpondersleutel.
De volgende keer dat u de auto ontgrendelt met dezelfde transpondersleutel, nemen de stoel en de buitenspiegels automatisch de standen in die in het sleutelgeheugen opgeslagen zijn, op voorwaarde dat deze zijn gewijzigd ten opzichte van de vorige keer dat u deze transpondersleutel gebruikte.
Noodstop
Als de stoel per ongeluk in beweging komt, kunt u op een van de verstellingsknoppen of geheugenknoppen van de stoel drukken om de stoel tot stilstand te brengen.
Om de stoel dan opnieuw in de in het sleutelgeheugen vastgelegde stand te zetten moet u de ontgrendelingsknop op de transpondersleutel indrukken. Het bestuurdersportier dient daarbij open te staan.
Waarschuwing
Instellingen wijzigen
Als meerdere personen met elk hun eigen transpondersleutel naar de auto lopen, nemen bijvoorbeeld de bestuurdersstoel en de buitenspiegels de stand in die ligt opgeslagen in de sleutel van degene die het bestuurdersportier opent.
Als het bestuurdersportier bijvoorbeeld is geopend door persoon A met transpondersleutel A, maar persoon B met transpondersleutel B zal gaan rijden, zijn de instellingen als volgt te wijzigen:
- Staand naast het bestuurdersportier of zittend achter het stuur drukt persoon B op de ontgrendelingstoets van zijn transpondersleutel, zie Transpondersleutel - functies.
- Kies een van de drie mogelijk positiegeheugens voor de stoel met de stoelknoppen 1–3, zie Voorstoelen - elektrisch bediend*.
- Zet de stoel en de buitenspiegels handmatig in de juiste stand, zie Voorstoelen - elektrisch bediend* en Buitenspiegels.
Instellingen herstellen
Wanneer automatische hervergrendeling van de auto plaatsvindt omdat deze 30 minuten onvergrendeld heeft gestaan, wordt het sleutelgeheugen gedeactiveerd en in plaats daarvan een standaardbestuurdersprofiel gehanteerd. Om in het gegeven geval het laatst gebruikte sleutelgeheugen weer te activeren is het volgende vereist.
Bij auto’s zonder Keyless Drive
De instellingen in het sleutelgeheugen worden geactiveerd, wanneer u de auto ontgrendelt met een druk op de ontgrendelingsknop van de transpondersleutel.
Bij auto’s met Keyless Drive
- De auto wordt ontgrendeld met een druk op de ontgrendelingsknop van de transpondersleutel of via passieve ontgrendeling.
- Als de auto onvergrendeld staat wordt bij het openen van het bestuurdersportier een sleutelscan verricht. Wanneer er een unieke transpondersleutel wordt gevonden, worden de opgeslagen instellingen ervan geactiveerd. Zie het voorgaande punt als de auto vergrendeld staat.