De volgende twee stickers hebben te maken met de lasersensor:
Op de bovenste sticker in de afbeelding staat de classificatie van het laserlicht:
- Laserstraling - Niet rechtstreeks in de straal kijken met optische instrumenten - Klasse 1M laserproduct.
Op de onderste sticker staan de fysische eigenschappen van het laserlicht:
- IEC 60825-1:1993 + A2:2001. Voldoet aan de normen van de FDA (Amerikaanse keuringsdienst van waren) betreffende de uitvoering van laserproducten met uitzondering van de afwijkingen conform ‘Laser Notice No. 50’, d.d. 26 juli 2001.
Stralingsgegevens voor lasersensor
De fysische gegevens staan nader omschreven in de volgende tabel.
Maximale pulsenergie | 2,64 µJ |
Maximaal gem. vermogen | 45 mW |
Pulsduur | 33 ns |
Divergentie (horizontaal × verticaal) | 28° × 12° |
Waarschuwing
Als u de instructies in dit boekje niet opvolgt, bestaat er gevaar voor oogletsel!
- Kijk nooit van een afstand van 100 mm of minder in de lasersensor (waaruit uiteenlopende, onzichtbare laserstralen komen) met vergrotende optiek zoals een vergrootglas, microscoop, objectief of soortgelijke optische instrumenten.
- Laat tests, reparaties, demontage, afstelling en/of vervanging van de lasersensor of delen ervan alleen uitvoeren door een erkende werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
- Stel de lasersensor niet bij en voer geen onderhoud uit dat niet uitdrukkelijk in dit boekje staat aangegeven om blootstelling aan schadelijke straling tegen te gaan.
- De reparateur dient de speciaal opgestelde werkplaatsinformatie voor de lasersensor te volgen.
- Demonteer de lasersensor niet (en verwijder de lenzen evenmin). Een gedemonteerde lasersensor is een laserproduct klasse 3B volgens de IEC-norm 60825-1. Een laserproduct klasse 3B is niet veilig voor de ogen en houdt dan ook een gevaar voor oogletsel in.
- Koppel de connector van de lasersensor los voordat u deze van de voorruit demonteert.
- Zorg dat de lasersensor op de voorruit gemonteerd is alvorens de connector aan te sluiten.
- De lasersensor zendt laserlicht uit wanneer de transpondersleutel in sleutelstand II staat, ook al is de motor afgezet.