Cruisecontrol* - snelheid regelen

De cruisecontrol (CC – Cruise Control) helpt u een gelijkmatige snelheid aan te houden.

U kunt een snelheid activeren, instellen en een opgeslagen snelheid wijzigen.

P4-1420-Farthållare Rattknappar u LIM
Toetsenset op het stuurwiel en instrumentenpaneel bij een auto zonder cruisecontrol1.
P4-1220-Farthållare Rattknappar m LIM
Toetsenset op het stuurwiel en instrumentenpaneel bij een auto net cruisecontrol1.
  1. Ikon röd cirkel 1Cruisecontrol – Aan/Uit.
  2. Ikon röd cirkel 2De stand-bystand wordt beëindigd en de ingestelde snelheid wordt hervat.
  3. Ikon röd cirkel 3 Stand-by zetten
  4. Ikon röd cirkel 4Activeren en snelheid aanpassen.
  5. Ikon röd cirkel 5Gekozen snelheid (GRIJS = stand-bystand).
  6. Ikon röd cirkel 6Cruisecontrol actief - WIT symbool (GRIJS = stand-bystand).

Activeren en snelheid instellen

Om de cruisecontrol aan te zetten:

  • Druk op de stuurtoets CRUISE (zonder snelheidsbegrenzer) of op P3-820 Ikon farthållare 1 (met snelheidsbegrenzer).
>Op het instrumentenpaneel gaat het symbool (6) voor de cruisecontrol branden – de cruisecontrol staat stand-by.

Om de cruisecontrol in te schakelen:

  • Druk bij de gewenste snelheid op de stuurtoets Ikon farthållare 2 of Ikon farthållare 3.
>De actuele snelheid wordt in het geheugen opgeslagen, de markering (5) op het instrumentenpaneel gaat branden de ingestelde snelheid en het symbool (6) verkleurt van GRIJS naar WIT – de auto houdt de ingestelde/opgeslagen snelheid aan.

 N.b.

De cruisecontrol kan niet worden ingeschakeld bij snelheden lager dan 30 km/h.

Opgeslagen snelheid wijzigen

U wijzigt de opgeslagen snelheid door de knoppen Ikon farthållare 2 of Ikon farthållare 3 kort of lang in te drukken.

Om aan te passen met +/- 5 km/h:

  • Kort indrukken - elke keer drukken komt overeen met +/- 5 km/h.

Om aan te passen met +/- 1 km/h:

  • Houd de knop ingedrukt en laat deze weer los, wanneer op het instrumentenpaneel een markering bij de gewenste snelheid verschijnt.

De laatst verrichte aanpassing wordt in het geheugen opgeslagen.

Als u de snelheid verhoogt met het gaspedaal voordat u de Ikon farthållare 2/Ikon farthållare 3-knop indrukt, wordt de actuele rijsnelheid opgeslagen die geldt bij het indrukken van de knop.

Wanneer u tijdelijk gas geeft via het gaspedaal zoals bij een inhaalmanoeuvre, blijft de instelling ongewijzigd – de auto hervat de laatst opgeslagen snelheid zodra u het gaspedaal loslaat.

 N.b.

Als u een knop van de cruisecontrol meerdere minuten ingedrukt houdt, wordt de cruisecontrol geblokkeerd en uitgeschakeld. Om de cruisecontrol weer te kunnen activeren, moet de auto stilstaan en de motor worden herstart.
  1. * Optie/accessoire.
  2. 1 Een Volvo-dealer kan u informeren over wat er op uw markt geldt.

Gerelateerde documenten