Voorruit ontwasemen en ontdooien

U kunt de elektrische voorruitverwarming* en de maximale ontwaseming gebruiken om de vooruit en zijruiten snel te ontwasemen en ontdooien.

P4-1220-Y55X-Max defroster setting in display
Het beeldscherm van de middenconsole geeft de gekozen instelling aan.
  1. Ikon röd cirkel 1Elektrische voorruitverwarming*
  2. Ikon röd cirkel 2Maximale ontwaseming
P4-1246 Button Defroster

Het lampje in de ontwasemingsknop brandt, wanneer de functie is ingeschakeld.

Druk voor activering van de functies herhaalde malen op de knop.

Voor auto’s zonder elektrische voorruitverwarming:
  • Er stroomt lucht naar de ruiten - op het beeldscherm brandt het symbool (2).
  • Functie uitschakelen - geen van de symbolen brandt.
Voor auto’s met elektrische voorruitverwarming:
  • Elektrische voorruitverwarming1 inschakelen - op het beeldscherm brandt een symbool (1).
  • Elektrische voorruitverwarming1 inschakelen en lucht naar de ruiten sturen - op het beeldscherm branden de symbolen (1) en (2).
  • Functie uitschakelen - geen van de symbolen brandt.

 N.b.

Elektrische voorruitverwarming en een eventuele IR-film kunnen de prestaties van transponders en andere communicatie-apparatuur beïnvloeden.

 N.b.

Aan de beide uiteinden van de voorruit zitten driehoekige gebieden zonder elektrische verwarming, zodat het ontdooien daar mogelijk langer duurt.

 N.b.

De elektrische voorruitverwarming is niet beschikbaar, wanneer de motor automatisch is afgezet.

Bij activering van deze functie vindt bovendien het volgende plaats om de lucht in het interieur zoveel mogelijk van vocht te ontdoen:

  • de airconditioning wordt automatisch ingeschakeld
  • de recirculatie en het Interior Air Quality System worden automatisch uitgeschakeld.

 N.b.

De ventilator maakt meer geluid wanneer de ventilator op maximale snelheid draait.

Bij het uitschakelen van de ontwaseming hervat de klimaatregeling de voorgaande instellingen.

  1. * Optie/accessoire.
  2. 1 Als bij inschakeling van de elektrische voorruitverwarming het teken C op de achteruitkijkspiegel verschijnt, moet het kompas* opnieuw gekalibreerd worden.