Dimfunctie van spiegels aanpassen
Fel licht van achteren kan hinderlijke reflecties in de spiegels veroorzaken en u verblinden. Activeer de dimstand, wanneer u de verlichting van achterliggers als hinderlijk ervaart.
Handmatige dimfunctie
De achteruitkijkspiegel is te dimmen met een knopje aan de onderzijde van de spiegel.
Activeer de dimfunctie door het hendeltje naar u toe te halen.
Deactiveer de dimfunctie door het hendeltje naar de voorruit toe te duwen.
In auto's met bedieningselementen voor handmatige dimfunctie is geen autodimfunctie* mogelijk.
Autodimfunctie*
Als er van achteren een fel licht komt, worden de spiegels automatisch gedimd als het buiten donker is of als het licht beperkt is, bijvoorbeeld bij het rijden in tunnels.
De autodimfunctie kan op het middendisplay zo worden ingesteld dat deze tijdens het rijden wel of niet actief is.
Tik op op het middendisplay.
Druk op Bedieningselementen.
Selecteer de gewenste instelling onder Automatisch dimmen van spiegels.
Met behulp van lichtsensoren in de achteruitkijkspiegel wordt de dimfunctie automatisch afgesteld.
N.b.
Als de sensoren door bijvoorbeeld parkeervergunningen, transponders, zonnekleppen of voorwerpen op de achterbank of de hoedenplank dusdanig worden gehinderd dat er geen licht op de sensoren valt, gelden er beperkingen voor de autodimfunctie van de achteruitkijkspiegel en buitenspiegels.