Boordcomputer - digitaal instrumentenpaneel
De menu’s van de boordcomputer volgens elkaar op in een eindeloze lus. Een van opties bestaat erin dat alle drie de boordcomputerdisplays doven – dit geeft tevens het begin/eind van de lus aan.
Functies
Doe het volgende om functies te openen en regelen/aanpassen:
- Om er zeker van te zijn dat geen van de bedieningselementen zich midden in een procedure bevindt, moet u ze eerst ‘resetten’ met twee keer drukken op RESET.
- Druk op OK - de lus met de verschillende functies wordt geopend.
- Blader de functies door met het duimwiel en kies/bevestig uw keuze met OK.
- Sluit de bediening/aanpassing af met twee keer drukken op RESET.
De volgende tabel geeft een overzicht van de verschillende boordcomputerfuncties:
Functies | Informatie |
---|---|
| NB Bij deze functie worden de beide dagtellers T1 en T2 niet op nul gesteld - zie tabel in het volgende gedeelte ‘Rubrieken’ en het gedeelte ‘Op nul stellen - Snelheid/Verbruik gemiddeld’ voor informatie hierover. |
Voor meer informatie, zie Meldingen - functies. | |
Hier kiest u het uiterlijk van het instrumentenpaneel. | |
Selecteer Aut Aan of Uit. Voor meer informatie, zie Extra verwarming*. | |
Lichtsterkte en kleurtemperatuur van het instrumentenpaneel instellen. | |
| Voor een beschrijving van het programmeren van de timer, zie Motor- en interieurverwarming* - timers. |
Geef het resterend aantal maanden en het aantal kilometers tot de eerstvolgende servicebeurt aan. | |
Voor meer informatie, zie Motorolie - controleren en bijvullen. |
Rubrieken
U kunt een van de rubriekcombinaties in de volgende tabel uitkiezen voor constante weergave op het instrumentenpaneel. Doe het volgende om een keuze te maken:
- Om er zeker van te zijn dat geen van de bedieningselementen zich midden in een procedure bevindt, moet u ze eerst ‘resetten’ met twee keer drukken op RESET.
- Draai aan het duimwiel - de te kiezen rubriekcombinaties worden in een lus weergegeven.
- Stop met bladeren bij de rubriekcombinatie van uw keuze.
Rubriekcombinaties | Informatie | ||
---|---|---|---|
Gemiddeld | Dagteller T1 + Kilometerstand | Gemiddelde snelheid |
|
Huidig verbruik | Dagteller T2 + Kilometerstand | Actieradius op tank |
|
Huidig verbruik | Kilometerstand | kmh<>mph | kmh<>mph - zie het gedeelte ‘Digitale snelheidsaanduiding’. |
Geen boordcomputerinformatie. | Bij deze optie doven alle drie de boordcomputerdisplays - dit geeft tevens het ‘begin’/‘einde’ aan van de lus. |
Tijdens het rijden kunt u op ieder gewenst moment een andere rubriekcombinatie voor de boordcomputer op het instrumentenpaneel kiezen: Ga als volgt te werk:
- Draai aan het duimwiel - stop met bladeren bij de rubriek van uw keuze.
Resetten - Dagtellers
Draai met het duimwiel naar de rubriekcombinatie die de op nul te stellen dagteller bevat:
- RESET lang indrukken - gekozen dagteller wordt op nul gesteld.
Op nul stellen - Snelheid/Verbruik gemiddeld
1. | Kies de functie Boordcomp reset en activeer deze met OK. |
2. | Kies een van de volgende opties met het duimwiel en activeer deze met OK: |
- l/100 km
- km/h
- Allebei resetten
3. | Sluit af met RESET. |