Adaptieve cruisecontrol deactiveren/heractiveren

De adaptieve cruisecontrol (ACC1) is tijdelijk te deactiveren en stand-by te zetten en vervolgens weer te activeren.

Adaptieve cruisecontrol deactiveren en stand-by zetten

P5-1507-ACC hastighet
NB De afbeelding is schematisch – afhankelijk van het model zijn afwijkingen mogelijk.
Om de adaptieve cruisecontrol tijdelijk uit te schakelen en stand-by te zetten:
Druk op de stuurknop P5-1507-Symbol 5x3,5-CC rattknapp Centrum-V (2).

De kleur van het symbool P5-1507- Symbol(i txt) farthållare 2 op het bestuurdersdisplay verandert van WIT in GRIJS en die van de opgeslagen snelheid in het midden van de snelheidsmeter verandert van BEIGE in GRIJS.

 Waarschuwing

  • Wanneer de adaptieve cruisecontrol stand-by staat moet u actief ingrijpen en zelf de snelheid en afstand aanpassen ten opzichte van voorliggers.
  • Wanneer de adaptieve cruisecontrol stand-by staat en de auto een voorligger te dicht nadert, krijgt u echter een waarschuwing voor de te kleine afstand van de Distance Alert.

Stand-by vanwege ingreep van bestuurder

De adaptieve cruisecontrol wordt tijdelijk gedeactiveerd en stand-by gezet in de volgende gevallen:
  • u bedient het rempedaal.
  • u zet de keuzehendel in stand N.
  • u houdt meer dan 1 minuut lang een hogere snelheid aan dan ingesteld.
  • u bedient het koppelingspedaal langer dan zo'n 1 minuut – geldt voor auto's met een handgeschakelde versnellingsbak.

Wanneer u gas bijgeeft met het gaspedaal zoals bij een inhaalmanoeuvre, blijft de instelling ongewijzigd – de auto hervat de laatst opgeslagen snelheid zodra u het gaspedaal loslaat.

Automatische stand-bystand

De adaptieve cruisecontrol is afhankelijk van andere systemen, zoals de stabiliteitsregeling/antislipregeling ESC2. Als een van deze andere systemen niet meer werkt, wordt de adaptieve cruisecontrol automatisch uitgeschakeld.

 Waarschuwing

Wanneer de auto automatisch stand-by staat, wordt u gewaarschuwd met een geluidssignaal en een melding op het bestuurdersdisplay.
  • Als bestuurder moet u dan zelf de snelheid aanpassen, zo nodig remmen en een veilige afstand houden tot voorliggers.
De automatische stand-by is mogelijk in de volgende gevallen:
  • u rijdt langzamer dan 5 km/h (3 mph) en ACC kan niet registreren of de voorligger een stilstaand voertuig is of een object, zoals een verkeersdrempel.
  • u rijdt langzamer dan 5 km/h (3 mph) en de voorligger slaat af, zodat ACC geen voorligger meer heeft om te volgen.
  • de snelheid daalt tot onder 30 km/h (20 mph) – geldt alleen voor auto's met een handgeschakelde versnellingsbak.
  • u opent het bestuurdersportier.
  • u doet de veiligheidsgordel af.
  • het motortoerental is te laag/hoog.
  • een of meer wielen verliezen hun grip op het wegdek.
  • de remmen hebben een hoge temperatuur.
  • de parkeerrem wordt geactiveerd.
  • de gecombineerde camera en radarsensor wordt afgedekt door sneeuw of zware regenval (blokkering cameralens/radarsignalen).

Adaptieve cruisecontrol heractiveren vanuit de stand-bystand

P5-1507-ACC hastighet
NB De afbeelding is schematisch – afhankelijk van het model zijn afwijkingen mogelijk.
ACC heractiveren vanuit stand-bystand:
Druk op de stuurknop P5-1507-Symbol 5x3,5-CC rattknapp Återuppta hastighet (1).
De auto hervat de laatst opgeslagen snelheid.

 Waarschuwing

Wanneer u de snelheid weer hervat met de stuurknop P5-1507-Symbol 5x3,5-CC rattknapp Återuppta hastighet, kan er een markante snelheidstoename volgen.
  1. 1 Adaptive Cruise Control
  2. 2 Electronic Stability Control

Gerelateerde documenten