Snelheidsbegrenzer activeren en starten
Om de snelheid te kunnen regelen moet u eerst de snelheidsbegrenzer (SL1) kiezen en activeren.
Snelheidsbegrenzer stand-by zetten
Druk op ◀ (1) of ▶ (3) om het symbool/systeem voor de snelheidsbegrenzer (4) op te zoeken.
Er verschijnt een symbool (4), waarna de snelheidsbegrenzer stand-by staat.
Snelheidsbegrenzer starten
Activering van de snelheidsbegrenzer is pas mogelijk nadat de motor is gestart. De laagst mogelijke maximumsnelheid die u kunt opslaan is 30 km/h (.20 mph).
Druk, wanneer de snelheidsbegrenzer stand-by staat en het symbool is verschijnen, op de stuurknop (2).
De snelheidsbegrenzer wordt gestart en de actuele snelheid wordt opgeslagen als maximumsnelheid.